Geen haast bij nieuwe klimaatwet in VS

‘Klimaatbeheer is een belangrijk en complex onderwerp’, zei senator George Voinovich (Rep.) in de commissie. ‘Dus ik vraag dit proces te vertragen.’ Vier Republikeinse senatoren sloten zich aan bij deze tussenkomst. Ze vinden dat een te snelle legislatieve behandeling niet tot goed bestuur leidt. De voorzitter van de commissie, Barbara Boxer, repliceerde dat er reeds 20 hoorsessies over het onderwerp werden gehouden. ‘We vliegen niet ondoordacht door deze wet, we doen dit op de juiste manier.’  Republikein Warner benadrukte dat de commissie in het verleden de kans heeft laten liggen om dieper in te gaan op eerder gelanceerde klimaatwetten: ‘We maken in dit parlement deze verloren tijd goed.’
Momenteel ligt een ontwerp op tafel dat tegenstellingen tussen de twee partijen probeert te overbruggen: de “Climate Security Act of 2007” van de senatoren Warner (Rep.) en Lieberman (Ind.). De wet beoogt de Amerikaanse uitstoot tegen 2020 met 15 procent te verminderen t.o.v. 2005 en tegen 2050 met 63 procent t.o.v. 1990. Eerder dit jaar passeerden 11 gelijkaardige wetsvoorstellen de revue, waarvan geen enkele voorbij de bevoegde commissies is geraakt. Lieberman en Warner willen de draad opnieuw oppikken. Volgens waarnemers (van o.m. de International Emissions Trading Association en het Pew Center on Global Climate Change) heeft de motie een reële kans om in de Senaat te raken. Ze doet alvast veel politiek stof opwaaien.
Commissievoorzitter Boxer heeft steeds aangegeven dat ze de wet tegen het eind van het jaar op de agenda wil plaatsen van de voltallige Senaat. Op dat moment zal men in Bali onderhandelen over een post-Kyoto verdrag. Een doorbraak in de Senaat zou de diplomatieke druk op de VS om een meer activistische rol te spelen in het internationaal klimaatbeleid sterk doen toenemen. Voor senator Voinovich vormt dit geen reden om de zaak op de spits te drijven. ‘Ik weet dat de klimaatconferentie in Bali in het verschiet ligt en dat sommigen tegen dan een aantal trofeeën in de kast willen zetten, maar dit is te belangrijk om alles er onverhoeds door te jagen’, aldus Voinovich.
Tussen Democraten en Republikeinen heerst een perceptiekloof aangaande klimaat. Uit een poll voor ‘National Journal’ in maart 2007 bleek bijvoorbeeld dat slechts 13 procent van de Republikeinse parlementsleden gelooft in de menselijke oorzaak van de klimaatsopwarming, tegenover 95 procent van de zetelende Democraten. Over het algemeen treden veel meer Democraten op als auteur of co-sponsor van klimaatgerelateerde wetsvoorstellen.