“EU moet geen 54ste keer bezorgdheid uitdrukken over Sudan” (Patten)
Chris Patten, de voormalige Europees commissaris voor Externe Betrekkingen, heeft uitgerekend dat de Europese Buitenlandministers sinds april 2004 al 53 formeel hun bezorgdheid over Sudan hebben uitgesproken. “In plaats van een 54ste keer, moeten de ministers een reisverbod uitvaardigen en de rekeningen van Sudanese mensenrechtenschenders bevriezen”, zegt hij.
David Cronin . 6 april 2007
Zullen ze tijdens de bijeenkomst in Luxenburg van 23 en 24 april eindelijk hun dreigement uitvoeren, de Buitenlandministers van de Europese Unie? Elke maand van dit jaar hebben ze ermee gedreigd sancties op te leggen aan de Sudanese regering omwille van de wreedheden in de westelijke provincie Darfour. Tijdens die drie maanden werden in Darfour nog eens 86.000 mensen uit hun huizen verdreven.
Angela Merkel, de Duitse Bondskanselier en huidig voorzitter van de EU, heeft al gezegd dat ze voorstander is van sancties. Maar tijdens de discussie over Sudan afgelopen weekend in Bremen is de kwestie weer aan de kant geschoven. De ministers kwamen alleen overeen dat Jan Elliason, de speciale VN-gezant voor Darfour, de aprilbijeenkomst moet toespreken.
“Een van de excuses voor het gebrek aan actie is de hoop dat een diplomatenbezoek de doorbraak kan leveren. Elke gezant gelooft dat hij het verschil kan maken. Ik wens ze allemaal veel geluk. De enigen die een verschil kunnen maken zijn zij die tegen de Sudanese regering zeggen: “Genoeg is genoeg, je zal moeten betalen voor je misdaden als je er niet mee ophoudt”, zegt Lotte Leicht van de Brusselse afdeling van de internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.
Sinds april 2005 zijn in Darfour meer dan 200.000 mensen gestorven en twee miljoen verdreven. De VN beschuldigen de Sudanese regering en de Janjaweed-milities die ze steunt voor het grootste deel van de moorden en verdrijvingen.
In plaats van een zoveelste veroordeling met woorden, wil Patten dat de ministers de rekeningen bevriezen van alle Sudanezen die door de VN beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen. Hij pleit er ook voor dat er een onderzoek komt om te bepalen welke buitenlandse rekeningen in handen zijn van bedrijven die gelinkt worden aan de regerende Sudanese Nationale Congrespartij, zodat er ook maatregelen kunnen komen tegen bedrijven die de Janjaweed financieren.
“Sommige Europese landen zijn het thuisland van grote bedrijven die in de Sudanese oliesector hebben geïnvesteerd of op een andere manier commerciële banden hebben die de lust om sterkere maatregelen tegen het regime beperken”, zegt John Pendergast van de Internationale Crisisgroup (ICG). Pendergast geeft het voorbeeld van het Franse Total, het Nederlandse Shell en het Oostenrijkse OMV Aktiengesellschaft.
Angela Merkel, de Duitse Bondskanselier en huidig voorzitter van de EU, heeft al gezegd dat ze voorstander is van sancties. Maar tijdens de discussie over Sudan afgelopen weekend in Bremen is de kwestie weer aan de kant geschoven. De ministers kwamen alleen overeen dat Jan Elliason, de speciale VN-gezant voor Darfour, de aprilbijeenkomst moet toespreken.
“Een van de excuses voor het gebrek aan actie is de hoop dat een diplomatenbezoek de doorbraak kan leveren. Elke gezant gelooft dat hij het verschil kan maken. Ik wens ze allemaal veel geluk. De enigen die een verschil kunnen maken zijn zij die tegen de Sudanese regering zeggen: “Genoeg is genoeg, je zal moeten betalen voor je misdaden als je er niet mee ophoudt”, zegt Lotte Leicht van de Brusselse afdeling van de internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.
Sinds april 2005 zijn in Darfour meer dan 200.000 mensen gestorven en twee miljoen verdreven. De VN beschuldigen de Sudanese regering en de Janjaweed-milities die ze steunt voor het grootste deel van de moorden en verdrijvingen.
Total en Shell
In plaats van een zoveelste veroordeling met woorden, wil Patten dat de ministers de rekeningen bevriezen van alle Sudanezen die door de VN beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen. Hij pleit er ook voor dat er een onderzoek komt om te bepalen welke buitenlandse rekeningen in handen zijn van bedrijven die gelinkt worden aan de regerende Sudanese Nationale Congrespartij, zodat er ook maatregelen kunnen komen tegen bedrijven die de Janjaweed financieren.
“Sommige Europese landen zijn het thuisland van grote bedrijven die in de Sudanese oliesector hebben geïnvesteerd of op een andere manier commerciële banden hebben die de lust om sterkere maatregelen tegen het regime beperken”, zegt John Pendergast van de Internationale Crisisgroup (ICG). Pendergast geeft het voorbeeld van het Franse Total, het Nederlandse Shell en het Oostenrijkse OMV Aktiengesellschaft.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse