Een groene woestijn
Sayaxché in de jungle van de Guatemalaanse provincie Petén vormt het hart van een uitdijende palmindustrie. Ook in de tropische Pacifische kustprovincies van Guatemala wordt het landschap steeds meer bepaald door eindeloze palmplantages. Niet tot ieders genoegen – of welvaart.
Guatemala is al de grootste producent van suikerriet ten behoeve van bio-ethanol voor de Europese markt, en het land is nu ook op weg de grootste producent van palmolie in Midden-Amerika te worden. Ruwe palmolie wordt geëxporteerd om te voldoen aan de groeiende vraag naar biobrandstof in de VS en Europa.
Zo’n vijftien jaar geleden zijn de katoen-, bananen- en suikerproducenten begonnen over te schakelen op de uitheemse Afrikaanse oliepalm (Elaeis guineensis), speciaal geïntroduceerd voor de productie van de lucratieve palmolie, die na suiker en bananen nu tot de belangrijkste exportproducten van het land behoort.
Onder druk
‘De misstanden in de palmindustrie zijn legio’, zegt Fernando Ical van Action Aid. ‘Het werk op de palmplantages in de tropische hitte van Petén is loodzwaar, de producenten betalen een minimumloon naar eigen inzicht, betalen de vrouwen nog minder en laten kinderen meewerken.’ De plantages worden bewaakt door gewapende beveiligers. Pottenkijkers worden niet geduld. Lokale boeren staan onder druk om hun stukjes land te verkopen.
Zoals Leona. Zij verkocht haar land tegen beter weten in. ‘De maïsoogst viel tegen en bovendien kon ik verderop een beter perceel huren.’ Verkopende landeigenaren worden vaak misleid met loze beloften van werk en huur van ‘rijke’ gronden. Met behulp van tussenpersonen komen na verkoop de stukjes land in handen van palmolieproducenten als NAISA en TIC Industrias. In andere gevallen huren de producenten percelen van boeren. De grond en de biodiversiteit raken echter onherstelbaar beschadigd door de monocultuur en het gebruik van ggo’s en pesticiden.
Als ze hun land hebben verkocht, zijn de boeren aangewezen op het werk bij de plantages, maar ze krijgen nooit meer dan een contract van drie maanden. De oliepalm vergt weinig onderhoud en de palmvrucht kan pas drie jaar na het aanplanten worden geoogst. ‘De nu landloze boeren blijven aangewezen op de eigen oogst op erbarmelijke veldjes die zij tijdelijk huren van dezelfde producenten.’
Het tekort aan werk voor de lokale boeren wordt nog verergerd doordat de producent landarbeiders uit andere regio’s overbrengt. Ical: ‘Op deze manier probeert men te voorkomen dat de arbeiders zich lokaal verenigen en eisen gaan stellen.’
Pesticiden
Volgens Susana Siekavizza, directeur van de koepel van palmolieproducenten GREMPALMA, wordt er op de palmplantages geen intensief gebruik gemaakt van pesticiden. Het gebruik van pesticiden op de plantages in Sayaxché is echter niet transparant en strookt niet met het biodieselbeleid van de EU en de VS.
In februari bleek het water van de zijtak van de Río de la Pasión plots zwart. Medewerkers van de nabijgelegen palmproducent NAISA kwamen de verontruste bewoners van het dorpje Semuy grote watertanks brengen. Die hoorden tot hun verbazing alleen dat het voorlopig niet verstandig was het water uit de rivier te gebruiken. Tot grote woede van de bewoners weigerde de provincie Petén mee te werken een nader laboratoriumonderzoek.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Extra
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Reportage
-
Nieuws