Droogte niet enige probleem in Hoorn van Afrika

De droogte en hongersnood in de Hoorn van Afrika brengen al twaalf miljoen mensen in gevaar. Rondtrekkende veehouders zien hun veestapel uitsterven. Maar niet enkel de droogte is een probleem. Ecologische en politieke factoren beletten hen te reageren op een juiste manier.

  • Dierenartsen Zonder Grenzen Rondtrekkende veehouders Dinka Rek in een "dry season grazing area". De rook komt van hoopjes brandende koeienmest die muggen en insecten weghouden - Warrap State, Zuid-Soedan. Dierenartsen Zonder Grenzen

De Hoorn van Afrika telt vijfentwintig miljoen rondtrekkende veehouders, ook pastoralisten genoemd. Volgens de internationale ngo Pastoral and Environmental Network in the Horn of Africa bedrijft elf procent van de Ethiopiërs deze traditionele economie. In Kenia zijn ze met vijfentwintig procent en in Somalië met vijftig procent van de totale bevolking.

Rondtrekkende veehouders verkopen en consumeren de huiden, het vlees, de melk en soms ook het bloed van de dieren. Wanneer veel dieren sterven of ziek worden, zoals nu bij de droogte in de Hoorn van Afrika, valt hun belangrijkste inkomstenbron weg. ‘Pastoralisten zijn afhankelijk van hun koeien, geiten, schapen en soms kamelen. Een gebrek aan vee verlamt hen volledig’, vertelt Mohamed Sirat, parlementslid van Zuid-Wajir in Kenia, aan de Keniaanse krant The Daily Nation.

Een geit voor 77 eurocent

Nu het vee steeds meer uithongert door de aanhoudende droogte in de Hoorn van Afrika, krijgen herders er steeds minder geld voor. Volgens Mohamed Bula uit Dilmanyala in Kenia, is een geit gemiddeld 3500 Keniaanse shilling waard, of 27 euro. Vandaag verkoopt hij ze voor honderd shilling, amper 77 eurocent. ‘Het overgebleven vee is zo vermagerd dat het nog weinig opbrengt. De koper is ook bang dat de dieren snel sterven’, vertelt Bula aan de Daily Nation.

Omdat niemand het vee wilt opkopen, slachten pastoralisten de dieren met hoop op voldoende vlees voor een maaltijd. ‘We zouden gelukkig zijn als er graasgebied en water was, maar omdat we geen keuze hebben, moeten we de dieren wel slachten’, vertelt Elema Warrio uit Funanqumbi, Noord-Kenia. Dorpsgenoot Galgalo Wato was voor de droogte herder over 120 koeien, tachtig geiten en zeven ezels. Vandaag heeft hij nog maar drie kalveren. ‘In eerdere droogtes verloren we twintig tot dertig dieren, maar dan kwam de regen en werden kalveren geboren. De droogte duurde nog nooit zo lang’, zegt Wato aan het persagentschap Agence France Presse.

Zondebok

Normaal hoeft een droogte geen probleem te zijn voor nomadische veehouders: ze brengen hun vee van droge naar vruchtbare regio’s of vallen terug op “noodgraasgebieden” (“dry season grazing areas”). De moderniseringsdrang van Afrikaanse overheden bedreigt echter die graas- en waterreserves. Grootschalige landbouwprojecten, natuurbehoud en commerciële bedrijven palmen vruchtbare grond in. Zo bezetten het Awash National Park en een suikerbedrijf zestig procent van vruchtbare graas- en waterreserves nabij de Awash rivier in Noordoost-Ethiopië. Dat stelde Gebre Ayalew vast, die promoveerde over pastoralisme in Ethiopië aan het International Institute of Social Studies in Den Haag.

‘In eerdere droogtes verloren we twintig tot dertig dieren, maar dan kwam de regen en werden kalven geboren. De droogte duurde nog nooit zo lang’

Voor Afrikaanse overheden past pastoralisme niet in het plaatje van modernisering en ontwikkeling. ‘Je kan pastoralisten vergelijken met Roma in België, ze zijn vaak de zondebok’, vertelt Joep van Mierlo, directeur van de ngo Dierenartsen Zonder Grenzen (DZG) die de veeteelt ondersteunt in acht Afrikaanse landen. ‘Politici hebben weinig controle over pastoralisten, omdat ze zo mobiel zijn. Ze zijn geen potentiële kiezers, betalen weinig of geen belastingen, en zijn volgens veel politici daarom niet belangrijk.’

Volgens overheden zorgt het pastoralisme voor overbegrazing en bodemerosie rond waterbronnen. Een argument dat volgens van Mierlo niet helemaal correct is. ‘Een rondtrekkende veehouder laat nooit zijn land overbegrazen. Het probleem is dat het beschikbare grasland afneemt, omdat pastoralisten niet meer vrij mogen rondtrekken in en tussen de landen, omdat vruchtbare gebieden ingenomen worden door landbouwgronden, natuurparken en nationale of commerciële projecten of omdat het gevaarlijk is om door gebieden te reizen, bijvoorbeeld Somalië.’

Bloeiende economie

Vele Afrikaanse overheden vinden pastoralisme een voorbijgestreefde economie. Ze verkiezen sedentaire veeteelt die volgens hen betere biefstukken en melk levert. Omdat de sedentaire veeteeltproductie voldoet aan de internationale gezondheidsstandaarden, opent dat meteen de deur voor export.

Onderzoeksgroep International Institute for Environment and Development bundelde verschillende studies die dat tegenspreken. Zo produceren pastoralisten in Kenia tot 188 procent meer dan Oost-Afrikaanse boerderijen: het geboortecijfer van het vee is hoger, de sterfte lager en de dieren produceren meer melk. Volgens Joep van Mierlo laat het droge en onvoorspelbare klimaat van de Sahel ook geen andere vorm van veeteelt of landbouw toe. ‘Grootschalige landbouwprojecten en moderne economieën kunnen op korte tijd misschien fantastische zaken opleveren, maar ze zijn niet duurzaam in dat klimaat. Pastoralisten zijn niet gebonden aan één vaste plek. Doordat ze vruchtbare gebieden opzoeken, is de kudde op de juiste plek op het juiste moment. Zo produceren ze meer en beter.’

De opbrengst van pastoralisme is voor politici echter niet altijd duidelijk, omdat de handel vooral via informele kanalen gebeurt. ‘Dierenartsen Zonder Grenzen, andere ngo’s en lokale veehouders willen Afrikaanse en Europese beleidsmakers overtuigen van de meerwaarde van pastoralisme. Het is belangrijk dat ze pastoralisme erkennen als een belangrijke socio-economische speler in de ontwikkeling van Afrika en een oplossing voor de klimaatveranderingen in de regio.’

De steeds terugkerende crisissen tijdens droogteperiodes, zijn dus niet enkel een ecologisch en economisch probleem, maar ook een politiek probleem. ‘De Afrikaanse en Europese overheden zouden een coherent beleid moeten voeren dat de ontwikkeling van hun landen niet afbreekt. Ook de Europese handelspraktijken kunnen hierin een constructieve rol spelen’, besluit Joep van Mierlo.

website Dierenartsen Zonder Grenzen - Vétérinaires Sans Frontières

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.