In de wandelgangen van de revolutie

‘Het volk wil het regime ten val brengen’, scandeerden miljoenen Egyptenaren tijdens de revolutie van 25 januari. Het regime is intussen gevallen, maar de revolutie is nog niet voltooid. Het Tahrirplein blijft de centrale plaats om de druk op de ketel houden en alle eisen van de revolutie verwezenlijkt te zien.

‘Nee, dit is niet goed’, zegt Mohamed Waked, antropoloog en links activist, als het cijfer 50.000 wordt geopperd. Met een bezorgde blik verifieert hij de menigte op het Tahrirplein. Het is vrijdag 11 maart, de dag van de mobilisatie tegen de wijzigingen in de grondwet. Met megafoons en spandoeken die over het Tahrirplein wapperen, wordt opgeroepen om in het referendum over de wijzigingen “neen” te stemmen. De demonstranten verwerpen de wijzigingen die een revolutie onwaardig zijn en eisen een nieuwe grondwet.

Deze 11 maart staat ook in het teken van de eenheid tussen moslims en kopten. Dat werd op het laatste moment beslist vanwege de spanningen in Sol, het dorp in de omgeving van de stad Atfih waar een kerk werd vernield. ‘Er was niet veel tijd om te mobiliseren’, legt Mohamed uit. ‘En als je miljoenen op de been hebt gebracht, dan is 50.000 natuurlijk te weinig.’

Eenheid tussen moslims en christenen

Ook journaliste en bekende blogster Nawara Negm is niet opgetogen over de opkomst. ‘Misschien moeten we stoppen met elke vrijdag te demonstreren. Een keer om de twee of drie vrijdagen rond een bepaald thema zou beter zijn’, zegt ze. Nawara ziet er moe uit. Haar pogingen om de kopten, die voor het gebouw van de openbare omroep al enkele dagen protesteren, te overtuigen om naar het Tahrirplein af te zakken, zijn mislukt. De betogers zijn voor de eenheid tussen moslims en christenen maar zijn vooral voor de heropbouw van de kerk die vernield is. De Hoge Raad van het leger, die het land bestuurt sinds de val van president Hosni Moebarak, heeft beloofd om de kerk op dezelfde plaats en in haar oorspronkelijke stijl te laten herbouwen. Zolang de bouw echter niet effectief van start is gegaan, willen de demonstranten niet van ophouden weten. ‘Waarom gaan we niet naar hen toe?’, vraag iemand. ‘Dat is wat we zeker niet moeten doen’, antwoordt een andere. ‘Het risico dat dat op een confrontatie uitdraait, is reëel’.

De sfeer op het Tahrirplein is gelaten. Dat staat in schril contrast met wat twee dagen voordien gebeurde. Terwijl activisten iedereen controleerden die het plein wilde betreden -waar ze hun tenten hadden opgeslagen- werden ze onverwachts door een groep mensen met stenen bekogeld. ‘Het zijn weer de Baltagia’, werd er geroepen, schoften van het oude regime die ingezet worden om de revolutie te saboteren. Het leger van zijn kant maakte van de gelegenheid gebruik om het Tahrirplein te ontruimen. Daarbij werd geen verschil gemaakt tussen de Baltagia en de activisten. Een zware straf hangt de arrestanten, waaronder ook enkele activisten, boven het hoofd. Straffen die in gelijkaardige omstandigheden werden uitgesproken, variëren tussen de vijf en de tien jaar cel.

Niet uit het niets

Op en rond het Tahrirplein staat alles nog in het teken van de revolutie. Alles herinnert eraan dat hier iets groots gebeurd is. De graffiti op de muur eist de val van Moebarak, propageert vrijheid, drukt de fierheid uit Egyptenaar te zijn en brengt eerbetoon aan de martelaars van de revolutie. Er zijn nog altijd Egyptische vlagjes en autostickers te koop die de geboorte van een nieuw Egypte –Egypte 25 januari– aankondigen. Zelfs handelaars hebben de taal van de revolutie overgenomen. ‘Revolutie 30%’ staat er te lezen op de vitrine van een kledingszaak die kortingen geeft. Aan de hoeken van het Tahrirplein piepen jonge soldaten van achter grote tanks en herinnert het uitgebrande gebouw van de NDP, de Nationale Democratische Partij van Moebarak, aan de woede van het volk.

De grote afwezige op het Tahrirplein is de politie. Tot 9 maart was er geen politieagent in de straten van Cairo te bespeuren. Enkel een beschadigde politiecombi herinnert eraan dat hier betogers en ordediensten slaags zijn geraakt en dat er veel geweld is gebruikt. De politie keert maar in heel beperkte mate terug, zelfs nadat officieel werd aangekondigd dat de ordediensten hun activiteiten zouden hernemen en de straten opgaan. Die afwezigheid en terughoudendheid zijn opvallend en doen vragen rijzen.

Er wordt veel gediscussieerd en gedebatteerd. Op Facebook en in de talrijke blogs maar ook in cafés en restaurants en op de werkvloer is de revolutie niet weg te branden. De straten die op het Tahrirplein uitkomen, zijn als het ware de wandelgangen van de revolutie. Khaled Abdelhamid, specialist in informatietechnologie en links activist, moet zich tijdens ons gesprek meermaals verontschuldigen om zijn telefoon op te pakken. ‘Voor komende vrijdag moeten belangrijke afspraken gemaakt worden’, verontschuldigt hij zich. Volgens Khaled is de Egyptische revolutie geen Facebookrevolutie en evenmin een jongerenrevolutie. ‘Dit is de revolutie van een volk’, zegt hij. ‘Ze is het resultaat van een beweging die al meer dan tien jaar bezig is.’ Volgens Khaled kwam de revolutie dus niet uit het niets, maar is de beweging al gestart bij het uitbreken van de Palestijnse Intifada van 2000. Khaled: ‘De Intifada heeft de eerste betogingen in Egypte uitgelokt. Eerst om het Palestijnse volk te steunen. Met de Amerikaanse invasie in Irak richtte de woede zich ook tegen het Egyptische regime. In 2004 kwam de beweging Kifaya (letterlijk ‘genoeg’, sb) op, naar aanleiding van de plannen om Moebarak te laten opvolgen door zijn zoon Gamal. In 2007 waren er stakingen van de textielarbeiders in Mehalla. In 2008 volgden grootschalige betogingen in Mehalla –ze werden hardhandig onderdrukt- en ontstond de beweging van de jongeren van 6 april. In 2010 had je de brutale moord, op klaarlichte dag, op Khaled Saeed door politieagenten in burger. Daarop is Facebookgroep Wij zijn allemaal Khaled Saeed opgericht. In 2010 keerde Nobelprijswinnaar voor de Vrede Mohamed El-Baradei naar Egypte terug en werd de Vereniging voor Verandering opgericht. En dan kwamen de verkiezingen en de grote fraude, die duidelijk maakte dat er geen hoop meer was in de regerende politieke klasse. Maar de kers op de taart was natuurlijk de Tunesische revolutie en de vlucht van Ben Ali.’ Khaled last bewust even een pauze in in zijn opsomming. ‘Dat was de grootste verrassing en de grootste hoop’, zegt hij. ‘Toen hebben we naar de Tunesiërs getwitterd: “Proficiat voor de vrijheid en bedankt voor de hoop.”’

De tegenstrijdige signalen van het leger versterken de angst dat het ancien regime in een nieuwe vorm opduikt of dat het volk een halve democratie of een dictatuur light voorgeschoteld krijgt.

Verhitte discussies

Ondanks die voorgeschiedenis konden Khaled, Mohamed, Nawara noch de andere actievoerders bevroeden dat de oproep om op 25 januari op straat te komen (de feestdag van de Egyptische politie) zou resulteren in een echte revolutie. Pas op 28 januari, toen de politie zich terugtrok en de demonstranten het Tahrirplein innamen, groeide het besef dat ze deelnamen aan een revolutie. Uiteindelijk vielen tijdens de revolutie 800 doden. Wanneer Khaled begint over de martelaars die hij kende, trilt zijn stem en worden zijn ogen met tranen gevuld.

Met Faïza Hindawi, journaliste en lid van de nassiristische Karama-partij, stap ik een kleine uitgeverij binnen. Het grote blad aan de ingang staat vol met namen van Egyptenaren die deelgenomen hebben aan de revolutie en hier gepasseerd zijn. Een twintiger is verwikkeld in een discussie met een dame die zegt dat ze schrijfster en literaire criticus is. Ze vindt dat blijven demonstreren geen goede zaak is en dat de overgangsregering ook de tijd moet krijgen om te kunnen werken. De jonge man daarentegen is van mening dat de druk moet worden opgevoerd tot alle eisen van de manifestanten zijn ingewilligd.

Deze revolutie heeft geen leider. Dit is de revolutie van het volk. Zelfs de Coalitie van de Jongeren van de Revolutie kan niet in naam van het volk spreken. Wie de media te woord staat, doet dat in eigen naam. Dat verklaart de veelheid aan discussies die soms op breuken uitdraaien. Gaan we verder het plein bezetten of doen we dat alleen op vrijdag? Gaan we de stakingen steunen of vragen we om het werk te hervatten? Gaan we voor een republiek met een parlementair stelsel of een met een presidentieel stelsel? Houden we eerst parlements- of presidentsverkiezingen? Dat zijn slechts enkele vragen waarover verhitte discussies worden gevoerd. De Egyptenaren die vinden dat de overgangsregering tijd moet krijgen om de eisen van de revolutie te verwezenlijken en die oproepen het werk te hervatten, zijn voor journaliste Hindawi restanten van het oude regime.

Contrarevolutie in de maak

Voor veel Egyptenaren staat het buiten kijf dat er een contrarevolutie aan de gang is. De spanning in Atfih, waar naar aanleiding van een relatie tussen een kopt en een moslima een moordpartij binnen de familie van de vrouw plaatsvond en de kerk van het dorp vernield werd, is volgens Nawara Negm slechts één aspect van die contrarevolutie. ‘Deze spanningen zijn niet spontaan, noch toevallig’, zegt de activiste. ‘Spanningen worden uitgelokt en uitvergroot om de mensen af te leiden van de eisen van de revolutie’, zegt Nawara. Heel wat eisen zijn inderdaad nog niet verwezenlijkt. De noodtoestand is nog niet opgeheven, niet alle politieke gevangenen zijn vrijgelaten, de staatsveiligheidspolitie is niet ontbonden, en niet alle verantwoordelijken voor de corruptie in het Moebarak-tijdperk worden voor de rechter gedaagd –laat staan Moebarak zelf, zoals de actievoerders vragen.

Terwijl de Hoge Raad van het leger en de overgangsregering de nadruk leggen op de nood aan veiligheid en stabiliteit opdat het economische wiel terug kan draaien, doen de activisten er alles aan om de revolutie te redden. De onzekerheid en de angst dat het ancien regime in een nieuwe vorm opduikt of dat het volk een halve democratie of een dictatuur light voorgeschoteld krijgt, worden versterkt door de tegenstrijdige signalen die het leger uitstuurt. Egyptenaren hebben een sterke band met het leger. Dat is altijd zo geweest. Ze zijn het leger ook enorm dankbaar.

Het was uiteindelijk het leger dat de revolutie heeft helpen slagen. Het was het leger dat weigerde op het volk te schieten. Het was het leger dat meteen na het aftreden van Moebarak de martelaars van de revolutie een militaire groet gaf en beloofde de wil van het volk te zullen respecteren. Maar het is datzelfde leger dat heel traag blijkt te zijn om de wil van het volk in daden om te zetten. Het is datzelfde leger dat weigert om de noodtoestand op te heffen en dat geen verschil lijkt te willen maken tussen activisten en Baltagia of schoften. Het is datzelfde leger dat heeft aangestuurd op de criminalisering van stakingen en betogingen wanneer die ‘een gevaar vormen voor de openbare orde’. Het is datzelfde leger dat een referendum over de aanpassing van negen grondwetartikels organiseert, om achteraf met een grondwettelijke verklaring te komen die maar liefst tweeënzestig artikels bevat. Het volk werd hierover niet geconsulteerd en het volk begrijpt ook niet waarom vele belangrijke posten nog in handen blijven van mensen die jarenlang het oude regime gediend hebben -zoals de hoofdredacteurs van sommige grote kranten in staatseigendom, decanen van universiteiten en de hoofden van gemeenten en provincies… Het zijn stuk voor stuk mensen die tot de partij van Moebarak behoren of door die partij zijn aangeduid. Het volk begrijpt ook niet waarom belangrijke kopstukken van het vorige regime die verantwoordelijk zijn voor corruptie en voor de dood van betogers, niet opgepakt zijn.

Stap voor stap

Het Egyptische leger zegt dat de jongeren van de revolutie enorm veel kwaliteiten hebben maar vindt hen ongeduldig. ‘Alles komt in orde, stap voor stap’, beloofden op 7 april nog twee leden van de Hoge Raad van het leger op de Egyptische televisie. Eén dag later werden kopstukken van de regering van Moebarak opgepakt wegens corruptie en verspilling van overheidsgeld. Ook de voormalige directeur van de openbare omroep wordt ondervraagd. Kwestie van de vrijdag van de berechting en de zuivering –de volksberechting van Moebarak en zijn naaste medewerkers op het Tahrirplein- voor te zijn.

De signalen van de jongeren betreffende de verkiezingen heeft het leger naar eigen zeggen goed ontvangen. Het is niet voor niets dat de parlementsverkiezingen pas in september worden georganiseerd en dat de presidentsverkiezingen een paar maanden later volgen. Kleine en nieuwe partijen –en die zijn talrijk– krijgen op die manier tijd om zich te organiseren en mensen te mobiliseren. Het zal dus even duren voordat we weten in hoeverre de opkomende krachten een concurrentie van betekenis kunnen zijn voor de moslimbroeders, die heel populair en al langer actief zijn, en voor de oude leden van Moebaraks partij NDP, die overal aanhangers heeft.

Bekijk ook de foto’s die Samira maakte in Caïro in de aanloop naar het referendum over de nieuwe grondwet

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.