Colombiaans mensenrechtenbeleid overtuigt VN niet

Dinsdag legde de Louise Arbour, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, de commissie in Genève een vernietigend rapport voor over de huidige situatie in Colombia. Ze nam de analyse van haar plaatselijke kantoor in Colombia over. Dat stelt dat de mensenrechtensituatie erger is geworden en dat mensenrechtenschendingen deel uitmaken van het beleid van de regering van Alvaro Uribe. De Europese Unie, Canada, Noorwegen en Zwitserland reageerden met zware kritiek op de Colombiaanse regering.

Discussies over Colombia zijn een vast onderdeel geworden van de jaarlijkse zitting van de VN-mensenrechtencommissie. De regering en het leger hebben er de afgelopen decennia een barslechte reputatie opgebouwd.

De Colombiaanse overheid begrijpt het niet. Die zegt dat de mensenrechtensituatie verbetert. President Alvaro Uribe geniet de steun van meer dan 65 procent van de bevolking, zegt Carlos Franco, de directeur van het Presidentiële Programma voor de Mensenrechten. Het leger en de nationale politie behoren tot de meest gerespecteerde instellingen van het land. De investeerders krijgen meer vertrouwen in het land, en de economie groeit.

Het sterkste argument van de Colombiaanse regering is het demobilisatieproces van de paramilitaire groepen, doodseskaders die de voorbije jaren verantwoordelijk waren voor het leeuwendeel van de zware mensenrechtenschendingen. President Uribe vatte vredesonderhandelingen aan met de AUC, de koepel van de paramilitaire groepen, wat leidde tot een staakt-het-vuren en een begin van de ontwapening.

Maar Noorwegen, Zwitserland en Canada, landen die de situatie in Colombia op de voet volgen, vinden de huidige demobilisatie onvoldoende. Volgens de drie landen zijn er geen overtuigende bewijzen dat de doodseskaders effectief ontmanteld worden en dat de banden tussen die groepen en het leger verbroken worden.

Het proces heldert de misdaden die de paramilitaire groepen hebben gepleegd niet op, luidt hun kritiek. De westerse donoren vinden ook dat de daders berecht moeten worden en dat er een schadevergoeding moeten komen voor de slachtoffers en de nabestaanden. Een wetsvoorstel over het demobilisatieproces dat nu besproken wordt in het Colombiaanse parlement, voorziet in verregaande strafvrijheid voor de paramilitairen.

Volgens het kantoor van het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten in Colombia bestaan er nog altijd banden tussen de overheid en de paramilitaire groepen. Noch de doodseskaders noch de linkse rebellen hebben zich in het verleden gestoord aan de aanbevelingen van de mensenrechtencommissie aan hun adres. (PD/MM)