Caracas zet oliewapen in tegen Domincaanse Republiek

Venezuela en de Domincaanse Republiek ondernemen morgen (vrijdag) in New York een poging om een zwaar diplomatiek conflict bij te leggen rond Venezolaanse beschuldigingen dat er op het vakantieparadijs een couppoging tegen de Venezolaanse president Hugo Chávez wordt voorbereid. Venezuela heeft om die reden eind vorige week zijn olieleveringen aan de Dominicaanse Republiek stopgezet en zijn ambassadeur uit Santo Domingo voor overleg teruggeroepen. Tegenstanders van Chávez zeggen dat de president enkel wraak wil nemen voor de kansen die Carlos Andrés Pérez, één van zijn voorgangers, kreeg om vanuit de Dominicaanse Republiek zijn gal te spuwen tegen de regering in Caracas.


Volgens de Venezolaanse vice-president José Vicente Rangel bevinden de relaties tussen Caracas en Santo Domingo zich diep onder het vriespunt. Chávez zelf liet via zijn wekelijkse radio- en tv-praatje ‘Aló presidente’ weten dat de samenzweerders in de Dominicaanse Republiek plannen beramen om hem uit de weg te ruimen. Volgens hem bieden sommige ministers in de Dominicaanse regering onderdak aan die samenzweerders. Volgens Rangel heeft Caracas de Dominicaanse regering al meermaals gewaarschuwd, maar kwam daar geen reactie op. Rangel zegt wel dat Venezuela niet van plan is de relaties volledig af te breken. De Venezolaanse Buitenlandminister Roy Chaderton komt morgen (vrijdag) al samen met zijn Dominicaanse collega Frank Guerrero Prats in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in New York. De regering in Santo Domingo heeft al officieel verklaard dat de Dominicaanse Republiek niet samenzweert tegen de president van Venezuela. De Dominicaanse president, Hipólito M!
ejía, zegt ook geen plannen te hebben om de Dominicaanse diplomatieke delegatie uit Caracas terug te trekken.

De Dominicaanse Republiek kan diep in de problemen raken als het conflict aansleept, want het land is sterk afhankelijk van de olieleveringen uit Venezuela. Tot vorige week verscheepte Venezuela elke dag 110.000 vaten olie en derivaten naar het eiland, meer dan driekwart van het totale verbruik in de industrie, de transportsector en in de stroomcentrales. De openbare Refinería Dominicana de Petróleo (REFIDOMSA) en de transnationale oliebedrijven Shell en Exxon, die ook raffinaderijen hebben in de Dominicaanse Republiek, zijn er al mee begonnen brandstof aan te kopen in Puerto Rico, Mexico en de VS.

Maar dat is een dure noodoplossing. De Dominicaanse Republiek maakt deel uit van het Pact van San José, een afspraak uit 1980 tussen de regionale olieproducenten Venezuela en Mexico om arme landen in de Cariben tegen voordelige voorwaarden olie te leveren. Venezuela vulde die regeling in 2000 aan met het Akkoord van Caracas, waardoor nog meer goedkope olie naar behoeftige landen in de regio gaat. 65.000 van de 110.000 vaten olie die de Dominicaanse Republiek elke dag uit Venezuela kreeg, werden op die manier onder de marktprijs verkocht.

Een medewerker van de Dominicaanse REFIDOMSA verklaarde in een telefonisch interview met IPS echter dat de stopzetting van de leveringen uit Venezuela op korte termijn geen problemen zal veroorzaken - er is genoeg olie op de markt en sommige producten kunnen we nu zelfs goedkoper krijgen. Venezuela zelf moet uitkijken naar andere kopers voor de olie die het niet naar de Domincaanse Republiek stuurt. Op jaarbasis zijn die leveringen goed voor 1,5 miljard dollar.

De problemen tussen Caracas en Santo Domingo hebben te maken met het feit dat Carlos Andrés Pérez, de Venezolaanse president van 1974 tot 1979 en van 1989 tot 1993, een tijdlang in zelfgekozen ballingschap leefde in de Dominicaanse Republiek. Intussen is hij naar eigen zeggen naar New York verhuisd, van waar hij geregeld aanvallen blijft lanceren tegen de regering van Chávez. Chávez ondernam in 1992, toen hij nog kolonel was in het Venezolaanse leger, een mislukte couppoging tegen Pérez, waarvoor hij twee jaar achter de tralies ging. In 1998 veroverde Chávez de macht via de stembus. Tijdens zijn eerste ambtstermijn hielp de sociaal-democraat Pérez zijn geestesverwanten in de Dominicaanse Republiek aan de macht te komen, en President Mejía, ook een sociaal-democraat, weigerde later als dank daarvoor Pérez het land uit te zetten. De Dominicaanse regering vroeg hem wel zijn uitvallen tegen Chávez te matigen.

Chávez valt vooral over oproepen van Pérez uit 2001 en 2002 waarin hij zijn aanhangers in Venezuela opriep front te vormen met Pedro Carmona, de voormalige voorzitter van het machtige ondernemersverband Fedecámaras die op 12 april 2002 voor enkele dagen het bestuur over Venezuela in handen kreeg na een coup tegen Chávez. Die voorgeschiedenis verklaart waarom de oppositie in Venezuela nu geen begrip opbrengt voor het stopzetten van de olieleveringen aan de Dominicaanse Republiek. De tegenstanders van Chávez stellen dat er helemaal geen sprake is van een samenzwering, maar dat Chávez gewoon wil afrekenen met een politieke opposant.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.