Brazilië zet schouders onder biodiversiteitsconventie

Het verlies aan biodiversiteit inperken en een internationaal regime op poten zetten dat de toegang tot genetisch materiaal regelt. Dat zijn de twee prioriteiten die de Braziliaanse minister van Milieu, Marina Silva, wil verdedigen op de Biodiversiteitsconferentie die volgende week in het Braziliaanse Curitiba begint.

De conferentie brengt de inmiddels 180 landen samen die de in 1992 opgestelde Biodiversiteitsconventie hebben ondertekend. Dat verdrag wil het angstwekkende verlies aan dier- en plantensoorten afremmen, en tegelijk een billijkere verdeling van de opbrengsten uit die natuurrijkdom bewerken. Maar die mooie voornemens moeten nog altijd in hard beleid worden omgezet.

Het internationale regime moet bindend gemaakt worden. Niet om het gebruik van genetisch materiaal makkelijker te maken, wel om de bescherming van die natuurlijke rijkdom te verbeteren en om voor een herverdeling van de opbrengsten te zorgen, zegt Silva.

Brazilië wil tijdens de bijeenkomst zelf een wetsvoorstel bekend maken dat de toegang tot biodiversiteit regelt en de rechten van de lokale gemeenschappen vrijwaart. Internationaal wil Brazilië samenwerken in de groep van 17 ‘megadiverse’ landen die het meeste te winnen hebben bij een goede regeling van het gebruik van genetische rijkdommen.

Minister Silva kondigde ook aan dat haar land een standpunt heeft ingenomen inzake de etikettering van transgene producten. President Lula heeft er nu voor gekozen om het opschrift “bevat ggo’s” te promoten in plaats van “kan ggo’s bevatten”, waar hij nog op had aangedrongen op een eerdere vergadering van de lidstaten van het Protocol van Cartagena inzake Bioveiligheid.

Dat Bioveiligheidsprotocol is een uitvoerend verdrag bij de Biodiversiteitsconventie. Het is van kracht sinds september 2003 en heeft tot doel bij te dragen tot de veiligheid bij het gebruik van ggo’s, die mogelijk de biodiversiteit in gevaar kunnen brengen. Momenteel vergaderen de landen die het protocol hebben ondertekend al in Curitiba.

Brazilië pleit voor een tijdsschema van vier jaar. In die periode moeten landen voorzien in een verplicht etiketteringsysteem en procedures om producten die ggo’s bevatten, gescheiden te houden van andere producten. De etiketten moeten het opschrift ‘kan ggo’s bevatten’ vermelden, en er moet ook een lijst opgesteld worden van de transgene technieken die toegestaan zijn in het land van export.

Na het verstrijken van de aanpassingsperiode moet op alle producten met ggo’s die grensoverschrijdend verhandeld worden, duidelijk op het label vermeld staan dat ze ggo’s bevatten. De labels moeten ook informatie over de toegepaste techniek vermelden.

Een partij die alvast niet blij is met het voorstel is de agro-industrie. Het Braziliaanse standpunt zal een grote last leggen op de Braziliaanse landbouw, omdat we de producten van hun productieplaats zullen moeten scheiden, aldus Carlo Lovatelli, president van de Braziliaanse Associatie van de Plantaardige Olie-Industrie.

Indien ggo’s in de toekomst geïdentificeerd worden, zou de prijs van de sojabonen met 8 à 9 procent zou stijgen. Sojabonen zijn de voornaamste transgene teelt in Brazilië en Argentinië.

Als Brazilië bij zijn standpunt blijft zullen we aan de overheid moeten vragen financieel bij te springen zodat we aan het Protocol kunnen voldoen.

Niettemin zou er tegen het einde van de bijeenkomst, nu vrijdag wel eens iets kunnen veranderen. We hebben informatie dat enkele Latijns-Amerikaanse landen zoals Mexico, Colombia, Paraguay, Peru en Nicaragua voor het ‘kan ggo’s bevatten’-opschrift gaan.

Milieugroeperingen prijzen president Lula omdat hij de ‘bevat ggo’s’-bewoording steunt, maar bekritiseren hem voor zijn 4-jarige aanpassingsperiode. In die 4 jaar kunnen zich nog vele incidenten voordoen, vrezen ze.

De agro-industrie heeft al 6 jaar gehad om zich aan te passen, het Cartagena Protocol werd al in 2000 goedgekeurd, vindt Marijane Lisboa van de Vereniging voor Biolandbouw en professor aan de katholieke universiteit van Sao Paulo.

De voorbije 6 maanden alleen al was er sprake van besmettingen in een dozijn landen. De agro-industrie mag in het nieuwe systeem stappen wanneer het daar zin in heeft.

Om consequent te zijn met haar standpunt, moet de Braziliaanse regering de politie laten onderzoeken waarom de landbouwsector zich niet houdt aan de etiketteringverplichtingen voor transgene voedingsmiddelen zoals de Braziliaanse wet die voorschrijft, zei Joao Pedro Stedile, coördinator van de Landloze Arbeidersbeweging (MST) in naam van de internationale landbouwersbeweging Via Campesina.

Dinsdag bezetten ruim 1.000 Via Campesina-activisten het Zwitserse agro-bedrijf Syngenta in Santa Teresa do Oeste, op 500 km van Curitiba.

De bezetters eisten dat het bedrijf een einde maakt aan de illegale experimenten met transgene producten. De fabriek ligt in de buurt van het natuurpark Iguazu. (JV/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.