Brazilië vindt ‘ethanoldiplomatie’ uit

Biobrandstoffen zijn het centrale thema van de Braziliaanse handelsmissie die nu onder leiding van Handelsminister Luiz Furlán door Centraal-Amerika reist. Samen met een vijftigtal Braziliaanse zakenlui is Furlán nog tot zaterdag onderweg door Panama, Costa Rica, Guatemala, El Salvador en Honduras.

De Centraal-Amerikaanse landen willen allemaal zelf biobrandstoffen gaan produceren om hun peperdure olie-import te kunnen terugschroeven. Het zijn landen waar suikerriet goed groeit, en Brazilië bewijst al jaren dat uit dat gewas brandstof kan worden gewonnen die bij benzine kan worden gevoegd of het dure en vervuilende aardoliederivaat zelfs helemaal kan vervangen. El Salvador zal binnenkort al een ethanolfabriek openen die met Braziliaans financiële inbreng is gebouwd.

Brazilië ziet zelf een gouden toekomst voor zich weggelegd als de grootste internationale leverancier van ethanol. Maar om de markt te laten groeien, moeten er meer leveranciers komen, zodat de afnemers geen angst moeten hebben om afhankelijk te worden van één enkele producent. “We willen niet de enige speler op de markt zijn”, zegt Furlán.

Vorige week sloot Brazilië een overeenkomst met Frankrijk over een international fonds dat kan helpen de ethanoltechnologie over te dragen aan ontwikkelingslanden, vooral in Afrika en de Cariben. Dat initiatief zou in juli officieel aangekondigd worden op de top van de 8 grootste industrielanden in Sint-Petersburg.

Brazilië is nu veruit de grootste producent en exporteur van ethanol, en volgens experts ook de meest competitieve. Dat betekent dat het niet echt schrik moet hebben van concurrenten als die de markt doen groeien.

De technologieoverdracht naar Centraal-Amerika kan bovendien de handelsbetrekkingen in andere sectoren verbeteren. Brazilië hoopt meer auto’s, schoenen, textiel en cosmetica uit te voeren naar Midden-Amerika. En als Braziliaanse investeerders kunnen worden warm gemaakt voor Centraal-Amerika, komt ook de grote Noord-Amerikaanse markt in het Braziliaanse vizier. De VS hebben immers een vrijhandelsverdrag getekend met vijf Midden-Amerikaanse landen.

In principe kunnen ook alle landen in Azië en Afrika die suikerriet produceren, ethanol beginnen te maken. In Zuid-Afrika loopt al een pilootproject. Alle ethanolproducenten zijn potentiële kopers van Braziliaanse auto’s die zowel op benzine als op ethanol kunnen rijden. 70 procent van de nieuwe auto’s in Brazilië hebben die technologie onder de motorkap.

De Braziliaanse ondernemers zijn er vast van overtuigd dat de internationale vraag naar ethanol snel zal stijgen. In het zuiden van Brazilië worden 89 nieuwe ethanolfabrieken gebouwd, waarvan er 20 nog dit jaar zullen beginnen te werken. De Braziliaanse productiecapaciteit zou tegen 2010 groeien tot 25 miljard liter per jaar, tegen 18 miljard liter nu. Veel industrielanden heffen nog zware invoertaksen op ethanol, maar er zijn aanwijzingen dat de VS hun heffingen willen afschaffen. Intussen wordt in Japan en Europa op steeds meer plaatsen ethanol toegevoegd aan benzine. (PD)