'Brazilië overtreedt internationale arbeidswetgeving'

Volgens een rapport van de Wereldvakbond doet de Braziliaanse overheid te weinig om internationale arbeidsverdragen na te leven. Bovendien is de binnenlandse wetgeving vaak te beperkt.
Hoewel Brazilië tot nu toe 7 van de 8 IAO-conventies geratificeerd heeft, duiken er steeds meer meldingen op die schendingen van deze arbeidsverdragen impliceren. Daarmee komt er een breuk in de WTO-conventies waarmee het land zich tussen 1996 en 2001 akkoord verklaarde.
De 5 meest voorkomende schendingen gebeuren op de vrijheid van vereniging, recht op CAO, discriminatie, kinderarbeid en dwangarbeid althans het ITUC-rapport. 
  1. Vrijheid van vereniging


Brazilië heeft de Conventie over het recht op vereniging en organisatie niet geratificeerd. Maar volgens een centraal onderdeel van de Braziliaanse arbeidswetgeving uit 1943, hebben arbeiders wel het recht zich te verenigingen in vakbonden.
Maar daarvoor gelden echter strenge criteria. Een vakbondsbeweging wordt pas bij wet erkend als ze tenminste 100 afdelingen heeft in de 5 regio’s, tenminste in 5 sectoren actief is en in het eerste jaar op zijn minst 5% van alle nationele vakbondsleden hebben.

Dupe


Slechts 6 van de 17 vakbonden in Brazilië voldoen aan deze eisen en vooral de kleinste verenigingen zijn hiervan de dupe. Zij hebben op die manier geen recht op publieke en juridische vertegenwoordiging.
Een tweede obstakel is het ‘Unicidade-systeem’ dat slechts één organisatie erkent per economische en beroepscategorie in één regio.
 Bovendien is de Braziliaanse regering nog steeds niet in staat om het probleem van geweld en discriminatie tegenover vakbonden op te lossen. Vooral werkgevers schenden vaak de rechten van vakbonden door bedreigingen, vergeldingsacties en het opstellen van zwarte lijsten tegen stakingsacties gesteund door vakbonden. 
  1. Recht op cao


Volgens de hervorming op de arbeidswetgeving die momenteel in onderhandeling is, heeft iedere vakbond het recht om over een Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) te onderhandelen. Maar ook hier zijn er enkele complicaties volgens het rapport van de Wereldvakbond.
Ten eerste vallen een heleboel vakbonden al uit de boot omdat ze niet als vakbond geregistreerd staan bij het Ministerie van Arbeid.
Daarnaast klagen vakbonden de bemoeinissen van rechtbanken aan in de onderhandelingen over arbeidswetgeving. Hoewel in 2004 met een grondwettelijk amendement beslist werd dat rechtbanken geen inspraak kunnen hebben in deze onderhandelingsprocedures, komt het naar verluidt nog wel regelmatig voor.
De overheid heeft volgens het arbeidsrecht ook de mogelijkheid om collectief loonoverleg nietig te laten verklaren indien dit botst met de politieke richting van de regering.
Ten slotte is de wettekst rond het stakingsrecht erg vaag. Hoewel het wettelijk verboden is om stakende werknemers te vervangen of te ontslaan, nemen werkgevers het vaak niet te nauw met deze wet en werden zij wel ontslagen.

Discriminatie en ongelijkheid tussen man en vrouw 


Man en vrouw zouden wettelijk gezien dezelfde rechten en behandeling moeten genieten, maar ook dat klopt niet in praktijk. Volgens een studie van het Wereld Economisch Forum naar de grootte van de genderkloof toegepast op 58 landen, einidigde Brazilië op plaats 51.
Vrouwen worden beduidend minder betaald voor hetzelfde werk of dezelfde functie en ook op het vlak van het verwerven van functies worden zij gediscrimineerd ten op zichte van mannen. 
Een tweede groep die gediscrimineerd wordt zijn de Afro-Brazilianen. Zij worden slecht betaald en komen vaak enkel in aanmerking voor slechte banen. Er is bovendien ook meer sprake van fysiek geweld op het werk tegen deze bevolkingsgroep. Zij behoren voor 70% bij het armste segment in de Braziliaanse samenleving. 
  1. Kinderarbeid 


Brazilië heeft de IAO-conventies over de Ergste Vormen van Kinderarbeid en over Minimumleeftijd geratificeerd. Ondanks een reële afname van het aantal werkende minderjarigen blijft de Wereldvakbond kinderarbeid een serieus probleem noemen in Brazilië. Het rapport schat dat er rond de 5,4 miljoen kinderen tussen 5 en 17 jaar werkzaam zijn, wat behoorlijk alarmerend is.
De minimumleeftijd om aan het werk te gaan is 16 jaar, maar liefst 88% van de kinderen beginnen hier al sneller aan. Vaak zijn de werkomstandigheden waarin ze terechtkomen erbarmelijk. Sommige kinderen hebben geen enkele schoolopleiding gehad, anderen worden niet betaald en bepaalde kinderen krijgen geen wekelijkse rustdag. Omdat deze gevallen van misbruik niet binnen de arbeidscode vallen, kan er ook geen legale actie tegen worden ondernomen. 

Seksueel misbruik


Een ander fenomeen in deze richting is seksueel misbruik van minderjarigen. Volgens schattingen worden 500.000 kinderen tussen de 9 en 17 jaar seksueel misbruikt voor commerciële doeleinden.
Bovendien vervult Brazilië een verre van onbesproken rol in mensenhandelcircuits waarin het zowel als vertrekpunt, doorvoerlocatie of eindbestemming kan gelden. 
  1. Dwangarbeid


Hoewel verboden bij wet, blijft dwangarbeid in vele gevallen onbestraft. Vooral in het noord-oosten en het centrum van het land komt het nog vaak voor in de vorm van ontbossing, houtkap, houtskoolproductie, het fokken van vee en landbouwproductie. Een rapport van het IAO uit 2003 meldt dat er ongeveer 40.000 Brazilianen in toestanden van slavernij moeten werken.
Momenteel ligt er een wetswijziging klaar die landeigenaars beschuldigd van dwangarbeid kunnen onteigenen zonder enige vorm van compensatie. Het afgenomen land zal daarbij gereserveerd worden voor diegenen die erop gewerkt hebben.
Jammerlijke vaststelling volgens het ITUC is enkel dat de uitvoering een hopeloze vertraging opgelopen heeft. In 2004 werd de amendering al goedgekeurd door de Senaat, maar de beslissing van de Kamer van Volksvertegenwoordiging laat nog steeds op zich wachten.

Zwarte lijst


Intussen is er wel al een register opgericht door de regering dat alle beschuldigden van dwangarbeid registreerd. Het is een soort zwarte lijst die regelmatig geüpdatet wordt en in het bezit is van banken en overheidsinstellingen. Personen die op de lijst staan zullen niet in aanmerking komen voor financiële steun, overheidstoelagen of leningen. Hiermee hoopt men de financiering van dwangarbeid af te snijden.
Tussen 1996 en 2006 hebben 110 personen voor het gerecht moeten verschijnen op beschuldiging van het gebruik maken van slavenarbeid. Daarvan werden slechts 3 personen veroordeeld door een strafrechtbank en één persoon kreeg strafverlichting tot gemeeschapswerk. 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.