Bouwen aan leiderschap en coherentie in beleid

Yvo de Boer over de klimaatconferentie in Doha en de weg naar een koolstofarme economie

Als we het klimaatprobleem nog de baas willen kunnen en onze toekomst veilig willen stellen, moeten we tegen 2050 de broeikasgassen met 80 tot 95 procent verminderd hebben. Om die klus te klaren, is er een meer holistisch beleid nodig en moet Europa opnieuw leiderschap tonen, vindt Yvo de Boer. De Boer is klimaatadviseur bij KPMG maar was van 2006 tot 2009 secretaris-generaal van de VN-klimaatconventie (UNFCCC) en hoofdonderhandelaar op de jaarlijkse klimaatconferenties, onder andere op de memorabele conferentie van Kopenhagen in december 2009.

  • oxfam international Yvo De Boer tijdens de opening van de klimaatconferentie in Bali, 2007 oxfam international

De agenda van Doha

Hoewel we van Doha geen nieuw klimaatakkoord moeten verwachten, staan er toch essentiële onderdelen op de agenda. Zo moet de tweede verbintenisperiode van het Kyotoprotocol geconcretiseerd worden. Europa wordt verondersteld een bindend engagement op te nemen voor de reductie van emissies, ook in de periode dat er nog geen nieuw globaal klimaatakkoord is. Rusland, Japan, de VS en Canada hebben al duidelijk laten weten dat zij niet meedoen met zo’n tweede engagementsperiode van het Kyotoprotocol, maar voor de ontwikkelingslanden is zo’n afspraak –desnoods alleen met Europa- een voorwaarde voor verdere onderhandelingen. Het verzekeren van klimaatgeld behoort ook tot de kern van deze conferentie, een zeer moeilijk thema in deze tijden van financiële crisis. En tot slot is er de voorbereiding voor het nieuwe globale verdrag dat tegen 2015 moet opgesteld zijn om dan tegen 2020 in werking te treden.

De Boer ziet de onderhandelingen als een nieuwe opportuniteit voor de wereld, omdat er nu opnieuw het vooruitzicht is op een globaal wettelijk kader voor actie in de toekomst, en omdat dit zal gaan over verplichtingen voor álle landen. De Boer: ‘Het is heel belangrijk dat Europa leiderschap toont om de onderhandelingen op een hoger niveau te tillen.’ Ondanks de herverkiezing van Obama als president , moet van de VS niet veel verwacht worden, want de samenstelling van de senaat is niet veranderd, en daar zitten de bepalende krachten, aldus De Boer.

Een multilateraal akkoord is voor de Boer belangrijk, onder meer omwille van de complexiteit van het probleem. De Boer: ‘Als het alleen om de emissiereducties zou gaan, zou men kunnen werken met de grootste uitstoters. Maar het gaat ook over de bossen, over technologie en over ontwikkeling. Alle landen moeten daarbij betrokken worden. Maar men zou wel meer uit het proces kunnen halen dan nu gebeurt, door veel meer te focussen op het belang en het voordeel dat elk van de landen kan halen uit een doorgedreven klimaatbeleid, en duidelijker te definiëren wat iedereen er uit kan halen voor zijn toekomst.

Een globaal akkoord zal de bedrijfswereld ook de beleidszekerheid bieden die het nodig heeft. Dan pas kunnen lange termijn investeringen op gang komen en is er vertrouwen. Een akkoord is ook belangrijk om te verzekeren dat actie ondernemen geen verlies van concurrentiekracht betekent. Voorts moeten ook de indicatoren gestandaardiseerd worden en moet de bedrijfswereld beroep kunnen doen op flexibiliteit om de doelstellingen te halen, zoals marktmechanismen.

Dat een afdoend klimaatbeleid op zich laat wachten, heeft volgens de Boer verschillende oorzaken. ‘Het is duidelijk dat mensen geen extra kosten voor klimaatbeleid willen dragen en dus opteren politici daar evenmin voor. Leiders die gaan waar het volk niet wil dat ze gaan, blijven gewoonlijk niet voor lang leiders. Er is een gebrek aan politieke wil, omdat de burger het niet wil.’ Maar ook in de Europese Commissie is er veel veranderd, vindt de Boer. ‘In 2005 was er een sterk engagement van Europa, terwijl er vandaag alleen nog over klimaat gesproken wordt in termen van extra kosten.’

In Doha zou ook duidelijk moeten worden waarover onderhandeld wordt, vindt de Boer: een verdrag, een protocol, of een ander soort verbintenis? Meer duidelijkheid zou het proces vooruit helpen. ‘Het zo moeilijk om te mobiliseren, omdat het niet duidelijk is wat er op de tafel ligt. Als er een duidelijk voorstel is, kan men daarmee naar de politici gaan om hun positie daar tegenover te vragen.’

Het wordt ook steeds moeilijker om de vooropgestelde 2°C grens voor die opwarming nog te halen. De Boer: ‘We stevenen af op 3,5 tot 4°C bij gebrek aan politiek engagement. Als men nu opteert voor schaliegas en inzet op die technologie, zitten we daaraan vast voor de komende 50 jaar, waardoor er geen geld meer is voor de andere technologieën. We moeten vandaag voorbij de technologie voor olie en gas denken.’ Het maken van de juiste keuzes kan een duw in de rug krijgen, vindt de Boer, als voor alle activiteiten en producten de juiste prijs gezet wordt. De Boer verwees in dit verband naar een studie die KPMG onlangs publiceerde en waarin berekend werd hoeveel het bedrijven zou kosten indien alle externe kosten zouden verrekend worden. Dit zou neerkomen op 0,40 euro op elke euro! In de voedingsindustrie is dat zelfs een veelvoud hiervan.

Naar een lage koolstofeconomie

Het centrale thema van de jaarconferentie van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, was “2050: stappenplan voor een koolstofarme samenleving”. De opdracht waar we voor staan, is gigantisch. Tussen 1990 en 2010 heeft ons land een jaarlijkse reductie van broeikasgassen gerealiseerd van 0,4 procent per jaar. Om tegen 2050 aan een reductie van 80 tot 95 procent te komen (zoals vooropgesteld door het IPCC en ook beloofd op de klimaatonderhandelingen), moeten we tussen 2011 en 2050 jaarlijks een reductie van 4,9 procent realiseren. Dat blijkt uit het onderzoek van Climact ism VITO, dat uitgevoerd wordt in opdracht van onze federale klimaatdienst. Dit kan alleen gerealiseerd worden door coherentie in beleid en door alle sectoren af te stellen op duurzame ontwikkeling, wat het centrale thema was van het betoog van de Boer. Vanuit zijn nieuwe positie sprak hij vooral vanuit de bedrijfswereld. ‘Er kan geen economie opgezet worden zonder de bedrijfswereld. Als we het hebben over de transitie naar een lage koolstof economie, dan moet de bedrijfswereld daarbij betrokken zijn,’ aldus De Boer.

Verwacht het onverwachte

Om die bedrijfswereld een inkijk te geven in die toekomst en een vermoeden te geven van de uitdagingen waar we voor staan, publiceerde KPMG het rapport “Verwacht het onverwachte” — Expect the Unexpected. Building business value in a changing world — waarin tien mega-trends worden aangegeven die de toekomst zullen vorm geven en waarmee rekening moet gehouden worden, door de overheid evengoed als door de bedrijfswereld. De tien trends zijn 1. De klimaatverandering, waarvan de impact hevig zal zijn en fysiek voelbaar. 2. De bevolkingstoename, tot 8,4 miljard mensen tegen 2030 en misschien 10 miljard tegen het einde van de eeuw. 3. Waterschaarste, een tekort van 40 procent tegen 2030. 4. Voedseltekort: we zouden tegen 2050 70 procent meer voedsel moeten produceren. 5. De energie-onzekerheid neemt toe, samen met de prijsvolatiliteit. 6. Er is een schaarste aan materialen en grondstoffen. 7. Ecosystemen zullen bezwijken. 8. Bossen zullen verdwijnen 9. De verstedelijking neemt toe. 10 Een boomende middelklasse met een grotere koopkracht.

Elk van deze trends is op zich belangrijk, maar ook de onderlinge interactie moet in het oog gehouden worden. Bijvoorbeeld de samenhang tussen voedsel, water, energie en klimaatverandering. Voedselproductie vereist water, het oppompen en verspreiden van water vereist energie, energie genereren vereist ook water. Energieprijzen hebben een invloed op de prijzen van het voedsel, via de meststoffen, het transport en de irrigatie. En klimaatwijziging vergroot de druk op zowel water, als voedsel en energie. Het aanpakken van één probleem kan soms leiden tot het vergroten van andere problemen, tot onvoorziene omstandigheden, kettingreacties en schokken. Het is daarom belangrijk, aldus de Boer, dat er een systemische en holistische benadering gehanteerd wordt; de verschillende megatrends kunnen niet afzonderlijk aangepakt worden.

Alleen door coherentie in beleid kan je de verandering in gang zetten die betekenis heeft in het licht van de immense uitdagingen die voor ons liggen,’ aldus de Boer.
Het is ook belangrijk de juiste invalshoek te vinden om de betekenisvolle verandering te kunnen realiseren die men beoogt. ‘Samenwerking tussen ministeries en departementen, tussen politiek en bedrijfswereld, op nationaal en internationaal vlak, is daarom een noodzaak. Alleen door coherentie in beleid kan je de verandering in gang zetten die betekenis heeft in het licht van de immense uitdagingen die voor ons liggen,’ aldus de Boer .

De agenda voor België

Die megatrends spelen ook België parten, aldus de Boer. Ons land heeft een zeer energie-intensieve economie, en die energievoorziening bestaat voor twee derde uit olie en gas. 40 procent van de totale primaire energievoorziening bestaat uit olie en België importeert 100 procent van die olie. Ons land staat op de 14de plaats op de internationale lijst van olie-import. De voorbije jaren is het olieverbruik alleen maar gestegen. Hoe zal België de stijgende energieonzekerheid en de prijsvolatiliteit het hoofd bieden?

Een tweede probleem dat de Boer ziet is dat de industrie in België ook zeer grondstoffen -intensief is en in heel hoge mate afhangt van de import van die grondstoffen. Dat geldt voor de metaalsector, de textiel en de chemische industrie. Die sectoren zijn vandaag al blootgesteld aan de volatiliteit van de globale markt. België moet zich voorbereiden op schaarste van grondstoffen en op volatiliteit, aangedreven door de megatrends.
Ons land moet zich ook inpassen in de Europese strategie voor klimaatbeleid en grondstoffenefficiëntie. Europa heeft zich ertoe geëngageerd om tegen 2050 de emissies met 80 procent te reduceren. Dat is een duidelijke doelstelling. De EU heeft ook als politieke prioriteit om te werken aan een efficiënter gebruik van grondstoffen.
Die twee beleidsopties zullen een impact hebben op België in de transitie naar een lage koolstof- en grondstoffen- efficiënte maatschappij.

Koplopers gevraagd

Er is nood aan gesofistikeerde en geïntegreerde politiek want we staan voor een toekomst die ongemeen complex en onzeker is, benadrukt de Boer. Regeringen kunnen echter niet hun eigen oplossingen bedenken voor deze uitdagingen, zeker niet regeringen die een economische crisis doormaken. De private sector en het geld dat daar is moet mee gemobiliseerd worden. Yvo de Boer wijst op dat vlak op enkele bemoedigende signalen die in Rio+20 op de tafel kwamen. Daar is meer dan 500 miljard dollar gemobiliseerd voor meer dan 700 initiatieven, een groot deel afkomstig van de bedrijfswereld. Zo wil Renault Nissan Alliance 5 miljard investeren om voertuigen met een lage uitstoot aan een betaalbare prijs op de markt te brengen. DuPont heeft 10 miljard veil om het voedselaanbod op te drijven en afval te verminderen. En Philips wil de energie-efficiëntie van zijn producten met 50 procent verbeteren tegen 2015.

Wat ontbreekt is een duidelijk, consistent beleidskader,vindt de Boer. Kijk naar Spanje, dat al zijn subsidies aan hernieuwbare energie opschortte. Groot-Brittannië trok zijn feed-in tarieven voor windenergie weer in, en Groot-Brittannië, Italië en Duitsland deden dit ook voor zonne-energie. Zo’n wispelturigheid in het beleid frustreert de bedrijfswereld. Zeker investeringen op vlak van energie, die een periode omspannen van 30 tot 50 jaar, vragen betrouwbaar beleid en daarin faalt Europa, aldus de Boer. In september zei de EU dat een emissiereductie van 30 procent tegen 2020 niet langer een optie was. In november kwam ze daar op terug en zei dat het toch nog tot de mogelijkheden behoort. Naar de buitenwereld kunnen daar twee conclusies uit getrokken worden, aldus de Boer: “de EU kan geen akkoord hierover bereiken”, en “de EU heeft het moeilijk om leiderschap te tonen”.

Als Europa er niet in slaagt om coherent leiderschap te tonen, moeten er nieuwe wegen gevonden worden. In dit verband wijst de Boer naar coalities van gelijkgestemde koplopers, initiatieven die genomen worden door een kleine groep landen. Noorwegen en Frankrijk zijn bijvoorbeeld voortrekker geweest in het opstarten van financiering om de ontbossing en degradatie van de bossen in de ontwikkelingslanden (REDD+) tegen te gaan. Of er is de groep “Vrienden van Paragraaf 47” (Brazilië, Denemarken, Frankrijk en Zuid-Afrika), die zullen werken aan een betere rapportering van Duurzaam Ondernemen .

Klimaatgeld voor duurzame ontwikkeling

Als we buiten de grenzen van Europa kijken, aldus de Boer, dan kunnen we er niet omheen dat ook de ontwikkelingslanden een grote impact hebben op de megatrends voor de toekomst. Zij zijn het epicentrum van de demografische groei, de verstedelijking, de waterschaarste en de verdwijnende bossen. Het is ook in de landen in ontwikkeling dat de groep van de middenklasse de grootste groei kent. ‘De ontwikkelingslanden zijn vandaag dan ook steeds meer de battleground van duurzaamheid’, aldus de Boer . Het is van essentieel belang dat die landen snel de transitie kunnen maken naar een lage koolstof economie met een efficiënt gebruik van de grondstoffen. Maar dat kan alleen als daar geld voor gemobiliseerd wordt, zowel publiek als privaat geld.

KPMG ziet drie zwaktes in verband met de financiering voor een meer duurzame en klimaatbestendige ontwikkeling in het algemeen, waar dringend werk van gemaakt zou moeten worden. Ten eerste komen de financierende instrumenten (bijvoorbeeld zachte leningen) niet altijd overeen met de dringendste noden of gaan ze naar risicovolle technologie. Het gevolg is dat een groot deel van de markt geen financiering kan vinden voor zaken die wel dringend nodig zijn. Daarnaast stelt de Boer dat er veel internationale financiering gaat naar hernieuwbare energie of energie-efficiëntie, terwijl die technologie op zichzelf commercieel kan zijn. Volgens de Boer is het nuttiger fondsen te investeren in sectoren zoals transport of verwerking van afval. ‘Neem de risico’s weg van de dringende domeinen waar het commerciële geld uit zichzelf anders niet zou gaan’, aldus de Boer. Tot slot zijn de meeste fondsen opgezet op een manier die niet optimaal is voor de private sector. Die sector zou nauwer betrokken moeten zijn bij het opzetten van zo’n fonds.

Het Groene Klimaatfonds, dat in Cancún is afgesproken, ziet de Boer als een belangrijke bron, maar opdat dit goed zou kunnen functioneren, moet de investeringsstructuur op punt gesteld worden. Het Groene Klimaatfonds heeft een groot potentieel, maar momenteel is het nog een lege doos. Het is nog helemaal niet duidelijk waar die 100 miljard dollar, die in Kopenhagen is beloofd, vandaan moeten komen. De EU kan een belangrijke bijdrage doen, door alvast via publieke financiering een pakket privé investeringen te leveren, en zo een signaal geven dat innovatieve mobilisering van financiering kan werken. Dat zou tegelijk een positief gebaar zijn voor de ontwikkelingslanden. De Boer: ‘Zulke signalen zijn er nodig, want de conferentie van Doha belooft een lastige bijeenkomst te worden.’

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.