Bondgenoten schieten Syrische regering te hulp

Volgens een Belgische Syriër die anoniem wenst te blijven, sturen bondgenoten van president al-Assad manschappen naar het land. ‘In de stad Latakia werd een Libaneessprekende soldaat door de inwoners gevangen genomen. Hij gaf toe lid te zijn van de sjiitische Hezbollah. Ook het machtige Iran verleent steun aan Damascus.’ Hun steun ligt voor de hand aangezien beide regimes sjiitische moslims zijn. De Iraanse aanwezigheid in Syrië wordt door het Israëlische leger bevestigd. Op de legerradio meldden zij de aanwezigheid van Perzischsprekende militairen in Deraa, het bolwerk van de opstand.

Oorlogszone

In de zuidelijke stad Deraa werden de eerste anti-overheidsdemonstraties georganiseerd. Deze vreedzame betogingen door ongewapende burgers werden door het regime hardhandig uit elkaar geslagen. Toen amateurbeelden uit Deraa via Youtube het land rondgingen, kwamen woedende Syriërs de straat op om de stad moreel te steunen. De situatie in Deraa escaleerde, en overheidsgebouwen werden in brand gestoken. Momenteel lijkt het gebied op een oorlogszone. Onze bron spreekt van een belegering: ‘Deraa is omsingeld. Niemand kan er nog in of uit. Daar komt nog eens bij dat de militairen af en toe raids uitvoeren op de binnenstad.’

Naar verluidt zijn bij die bloedige confrontaties in Deraa al meer dan zevenhonderd gewonden gevallen. Om de stroom van gewonden de baas te kunnen is één moskee heringericht als ziekenhuis. Het leger en de veiligheidsdiensten van de overheid proberen de protesten met harde hand de kop in te drukken. ‘Er wordt geschoten om te doden,’ aldus onze bron. ‘Veel slachtoffers hebben schotwonden in het hoofd.’ Volgens hem zijn het de buitenlanders die deze taak krijgen: ‘al-Assad vertrouwt de Syrische troepen niet. Want die zouden nooit op hun broers of zussen schieten.’

Hervormingen

Veel slachtoffers hebben schotwonden in het hoofd.

De opstand tegen president al-Assad wordt gedragen door de de soennitische bevolking. Die vormt met 75 procent ruimschoots de meerderheid. ‘De Syrische bevolking vraagt niet het aftreden van de president. Het enige wat ze willen zijn hervormingen’, aldus onze bron. Syrië wordt sinds 1971 geregeerd door dezelfde familie. Eerst was Hafez al-Assad 29 jaar aan de macht, nu is het de beurt aan zijn zoon Bashar. Zij bezitten ook alle grote bedrijven in Syrië. De clan Assad leeft op grote voet terwijl de gewone bevolking in armoede leeft. Door intimidatie en repressie hied het regime tot nu toe de touwtjes strak in handen.

De machtsbasis van al-Assad ligt bij zijn geloofsgenoten, de sjiitische Alawieten. Traditioneel had deze religieuze minderheid weinig macht in Syrië. Daar kwam in 1971 verandering in toen de Alawiet Hafez al-Assad aan de macht kwam. Sindsdien bemannen zij veel functies binnen het leger en inlichtingendiensten. Het Syrische volk leeft teveel in angst om openlijk te praten. Je weet nooit wanneer er een Alawiet meeluistert.

Het werk van buitenlandse journalisten wordt bijna onmogelijk gemaakt door het regime. Twee Libanese journalisten van het persagentschap Reuters werden vorige week opgepakt omdat zij volgens het regime valse berichtgevingen verspreidden. Dit werd door het persbureau tegengesproken. Zij bleven achter de lijn van het artikel staan. Begin deze week maakte Reuters bekend dat beide journalisten terug in Libanon zijn.