Balkanlegers worden verder uitgedund

Ook de laatste tegenstanders van Noordatlantische Verdragsorganisatie (Navo) op de Balkan beginnen bij te draaien. Begin vorige week kondigde de Servische minister van Defensie, Boris Tadic, aan dat zijn land tegen begin 2004 zal toetreden tot het Partnerschap voor de Vrede (PPP) van de Navo. Servië is al ver opgeschoten met de legerhervormingen die daarvoor nodig zijn. Het militaire landschap op de Balkan wordt daardoor verder hertekend. Veel buurlanden van Servië hebben hun leger ook al drastisch afgeslankt en hervormd.


Het Partnerschap voor de Vrede is het instrument bij uitstek om voormalige communistische landen in de Navo op te nemen. Van alle voormalige Oost-Europese communistische staten en gebieden zijn alleen Servië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina nog geen volwaardige PPP-leden.

Tadic deed zijn aankondiging tijdens een conferentie die tot voor kort ondenkbaar zou zijn geweest. In Belgrado organiseerden de Navo en het belangrijkste militaire instituut van Servië, Topcider, een bijeenkomst over de hervorming van het defensiesysteem. In 1999 werd het hoofdkwartier van Topcider tijdens de elf weken lange bommencampagne van de Navo gedeeltelijk verwoest. De militaire interventie van de Navo had als doel een einde te maken aan de repressie van het regime-Milosevic tegen de zuidelijke provincie Kosovo, die vandaag onder het bestuur van de Verenigde Naties staat. De regering die na de val van Milosevic de touwtjes in handen nam, vaart inmiddels een koers die tot meer samenwerking met het Westen heeft geleid en tot een verregaande hervorming van het leger.

In het kader van dit hervormingsprogramma, waarmee Servië aansluiting zoekt bij het PPP, is de getalsterkte van het leger gedaald van 120.000 tot 80.000 manschappen. De strijdkrachten zullen in de nabije toekomst verder worden afgeslankt tot 45.000 à 50.000 militairen.

Dit leger moet worden bevrijd van zijn schandelijk imago van agressor, verklaarde generaal Blagoje Grahovac, de militaire adviseur van president Svetozar Marovic, onlangs in een interview. Het mag niet langer een bedreiging vormen voor de Balkan; het moet een doeltreffend instrument worden voor samenwerking met de rest van de wereld.

Het voormalige Joegoslavische Volksleger speelde een belangrijke rol in de oorlogen die het uiteenvallen van Joegoslavië vanaf 1991 begeleidden. De gevechten duurden tot in 1995 en kosten het leven aan 240.000 mensen. Ook in Kosovo kwam het leger in actie, vooral in 1998 en 1999. Meer dan 800.000 etnische Albanezen werden de grens overgedreven. Daarbij vielen 10.000 doden.

Na de val van Milosevic lag de weg vrij om het Servische leger te hervormen en af te slanken. Servië volgde daarmee het voorbeeld van andere landen in de regio. Roemenië had in 1994 235.000 manschappen onder wapens, vandaag zijn dat er minder dan 100.000. De regering wil die getalsterkte terugbrengen tot 75.000 als het land volwaardig lid van de Navo wordt. In Hongarije en Bulgarije werden de strijdkrachten met een derde ingekrompen.

Kroatië en Bosnië kregen in de vredesakkoorden van Dayton die een einde maakten aan hun oorlog met Servië, de toestemming om een leger van respectievelijk 10.000 en 12.000 manschappen op de been te houden. Vandaag heeft Kroatië nog 21.000 man onder de wapens en Bosnië 16.600. Om te kunnen aansluiten bij het PPP verminderde Bosnië vorige maand de verplichte militaire dienst tot zes maanden.

Slovenië, de eerste deelstaat die in 1991 de Joegoslavische federatie verliet, gaat nog een stap verder. Het 22.000 man sterke leger bestaat er integraal uit vrijwilligers. De dienstplicht werd er eerder deze maand afgeschaft. Volgend jaar wordt Slovenië lid van de Navo en van de Europese Unie.

De modernisering van het leger en de breuk met het verleden stuiten in Servië op heftige kritiek van medestanders van het voormalige regime en van nationalistische hard-liners. De leider van de Servische Radicale Partij, Tomislav Nikolic, windt er weinig doekjes om: de Navo is en blijft de vijand van Servië. Maar volgens Milorad Timotic, een militaire deskundige van het Centrum voor Militaire en Civiele Studies in Belgrado is er echter geen weg terug eens het toetredingsproces tot het PPP op gang is gebracht. Hij waarschuwt wel dat de legerhervorming erg duur zal zijn en duizenden beroepsmilitairen werkloos zal achterlaten.

Hongarije en Bulgarije zijn in staat gebleken militairen om te scholen voor andere banen. Servië is economische te vergelijken met Bulgarije, oordeelt een andere militaire expert, Veljko Kadijevic. De Bulgaarse ervaring is voor ons erg waardevol. Hij wijst erop dat Bulgarije financiële hulp uit het buitenland heeft ontvangen die gedeeltelijk werden gebruikt voor de herscholing van ex-militairen. Servië kan middelen verwerven door de verkoop van overtollig legermateriaal, zegt hij. Op die manier kunnen we voorkomen dat werkloze militairen hun wereld zien instorten en door de straten beginnen te zwerven, zoals in Rusland.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.