Amerikaans hulpprogramma in Pakistan flopt

Het project loopt al twee jaar in de Federaal Bestuurde Stamgebieden (FATA), maar uit een audit van USAID blijkt dat het niet gelukt is lokale overheidsbureaus op te zetten die geplande basisdiensten moeten garanderen.
Het driejarige project wordt uitgevoerd door een private onderneming, Development Alternatives Inc (DAI). Het is een van de programma’s in West-Pakistan, bedoeld om de groeiende invloed van Al Qaeda in de regio tegen te gaan, die betaald worden door Amerikaanse belastingbetalers.
De VS hebben Pakistan voor de komende vijf jaar 7,5 miljard dollar (5,4 miljard euro) toegezegd als onderdeel van een economisch hulpplan gericht op de lange termijn. West-Pakistan is sinds 2008 het toneel van hevige conflicten tussen het Pakistaanse leger en talibanstrijders. Door gevechten tussen beide partijen raakten duizenden burgers ontheemd en enkele honderden inwoners kwamen om.

Veiligheid

Twee jaar en 15 miljoen dollar (11 miljoen euro) later, zegt het rapport, bleek DAI alleen in staat te zijn geweest een begin te maken met modernisering van instituten langs de Afghaans-Pakistaanse grens en enkele media-activiteiten af te ronden. “Wat de opbouw van FATA-overheidsinstituten en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) betreft, is weinig bereikt”, concludeert het rapport dat eind vorige week verscheen.
Het programma van USAID is bedoeld om het FATA-Secretariaat te versterken. Dat secretariaat is verantwoordelijk voor diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en openbare werken. De FATA-Ontwikkelingsautoriteit, een overheidsinstelling die in 2006 in het leven werd geroepen, is verantwoordelijk voor de economische ontwikkeling in de regio.
Beide bureaus rapporteren aan de gouverneur van de Noordwestelijke Grensprovincie, een bijzonder arme regio in Pakistan.
In januari 2008 gunde USAID een driejarig contract ter waarde van 43,3 miljoen dollar (ruim 31 miljoen euro) aan Development Alternatives, om de capaciteit bij de overheidsinstituten van FATA en ngo’s te verbeteren. In mei vorig jaar kwam daar 2,2 miljoen dollar (1,6 miljoen euro) bij voor extra veiligheidsmaatregelen.
Eind oktober 2009 was 19,7 miljoen (14,2 miljoen euro) toegewezen en 15,5 miljoen (11,2 miljoen euro) uitgegeven.

Selectief

Volgens het rapport begonnen de capaciteitsopbouwactiviteiten na oktober 2008, toen er al 10 van de 36 maanden voorbij waren. De late start leidde tot weinig vooruitgang in capaciteitsopbouw bij het FATA-Secretariaat en de FATA-Ontwikkelingsautoriteit.
Een van redenen voor de vertraging was de verslechterde veiligheidssituatie in Peshawar, zegt het rapport. Desondanks klinkt er kritiek op het plan om computers te installeren en trainingen aan te bieden aan personeel. Van de 400 computers, staan er nog 340 ongebruikt in dozen.
DAI zou er tot nu toe ook niet in geslaagd zijn de capaciteit op te bouwen bij ngo’s, om zo goed bestuur te bevorderen. De auditors erkennen echter dat de paar ngo’s die er zijn in de regio, te weinig mensen en middelen hebben om de doelstellingen van het programma goed uit te voeren.
Steven O’Connor, communicatiedirecteur van DAI, zegt dat de auteurs van het rapport selectief te werk zijn gegaan. “Het rapport laat maar een deel van de werkelijkheid zien,” stelt hij.