Afrikaanse boer heeft behoefte aan klimaatgegevens

“Afrikaanse gemeenschappen vertrouwen al jarenlang op traditionale methoden om het weer te voorspellen”, zegt Issa Djire, directeur van het het Office de la Haute Vallée du Niger. “Maar als gevolg van de klimaatverandering is het niet langer makkelijk om die indicatoren te interpreteren.”
Toch kunnen deze mensen nog een belangrijke rol spelen bij het verzamelen van de gegevens. Mali startte twaalf jaar geleden al een programma waarbij weersgegevens verzameld werden op lokaal niveau. In duizenden dorpen werden weerstations geplaatst, en de inwoners werden betrokken bij het meten en verzamelen van de gegevens.
De gegevens worden geanalyseerd en gepubliceerd via lokale radiostations en op buurtvergaderingen. “De lokale meting van neerslagpatronen heeft de veerkracht van de boeren verbeterd”, zegt Djire. “Door samenwerking met landbouwambtenaren weten ze nu exact welk type zaden ze moeten planten en op welk moment.”

Goed voorbeeld

Deze week wordt in Nairobi een congres gehouden van de Afrikaanse ministers die verantwoordelijk zijn voor meteorologie. Meteorologen op de conferentie willen dat meer Afrikaanse landen het voorbeeld van Mali volgen. “Het verzamelen van meteorologische data is bijzonder duur”, zegt Alhassane Adama Diallo, directeur van het Afrikaanse Centrum voor Meteorologische Toepassingen en Ontwikkeling (ACMAD). “Maar het is nutteloos als de eindgebruiker, meestal een kleine boer in een afgelegen dorp, er geen voordeel van ondervindt.”
Diallo zegt dat Afrika maar een achtste van de meetstations heeft die nodig zijn volgens de World Meteorology Organisation (WMO). Daarom zijn meer middelen nodig van de overheden.
De Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de Wereldbank hebben oren naar die oproep. Ze willen via ACMAD 155 miljoen dollar reserveren voor betere meteorologische systemen in Afrika. Volgens Diallo moeten volgende maand al de eerste stations gebouwd worden in verschillende landen. Het geld zal ook gebruikt worden om deskundigen op te leiden of bij te scholen en om de communicatie naar kleine boeren te verbeteren.