8,6 miljoen mensen ontberen voedsel in Midden-Amerika

Ongeveer 24 procent van de 36 miljoen Centraal-Amerikanen hebben te kampen
met voedseltekorten. Het cijfer dat het WFP noemt, is een extrapolatie van
een onderzoek in 122 landelijke gemeentes in de droogtecorridor. Dat is een
hoefijzervormig gebied dat door het zuiden van Guatemala, het noordwesten
van Nicaragua en het zuiden van Honduras en El Salvador loopt.

De voedselcrisis is vooral het gevolg van een opeenvolging van natuurrampen
in de jaren ‘90. Een reeks extreme droogtes en hevige overstromingen hebben
de landbouwgronden er geërodeerd en afgemat: in 1996 en 1997 was er een
droogte, het jaar nadien zette de orkaan Mitch de regio blank en in 1999 was
er opnieuw een droogte. Die opeenstapeling van tegenslagen worden
tienduizenden boerenfamilies die zich toeleggen op de monocultuur van maïs
bonen en koffie te veel.

De koffiecrisis - gekenmerkt door een historisch lage koffieprijs als gevolg
van een mondiale overproductie - versterkt de destructieve natuurkrachten.
Veel boeren hebben zich in de schulden gewerkt door de tegenvallende oogsten
en opbrengsten. Ze waren al erg kwetsbaar omdat ze geen land bezitten:
slechts 36 procent van de boeren in de droogtegordel bezitten het land dat
ze bewerken, zo blijkt uit een onderzoek van 18.000 gezinnen.

Honduras moet op dit moment voor een half miljard euro landbouwproducten
invoeren om de tekorten op te vangen. In Nicaragua zijn dit jaar 30 kinderen
gestorven aan de gevolgen van ondervoeding en zo’n 8.000 kinderen zijn
ernstig ondervoed.