‘Van waar ben je?’ Die vraag zet me elke keer aan het denken. Van waar je geboren bent? Dan ben ik van Rwanda. Van waar je ouders komen?
Het volk (sterft) eerst
Wachten, ik kan beter enkele dagen wachten en de beelden van het bezoek van onze ministers aan Congo laten bezinken, herhaal ik nu al verschillende dagen lang tegen mezelf, in de hoop dat onbehaaglijke gevoel in de onderbuik onder controle te krijgen. Maar het helpt niet.
Terwijl eerste minister Wilmès en de twee ministers die de intenties van België moeten belichamen hun “wij-zijn-weer-vriendjes” tournee in Congo afrondden, gingen de beulen van Beni onverdroten verder met hun macabere werk.
Sinds het leger hen verjoeg uit de driehoek van de dood, hebben ze nu het westen van de noord-zuidweg die Caïro met Kaapstad verbindt, ingepalmd en hakken ze er meer dan ooit op los. Noch de blauwhelmen noch het leger hadden dit blijkbaar zien aankomen. Wat voor strategen zijn dat? Ze zijn in ieder geval totaal niet in staat om deze moordenaarsbende een halt toe te roepen, ondanks hun militaire overwicht.
Terwijl mevrouw Wilmès gewillig tonnen officiële foto’s opvulde met haar opgemerkte verschijning als eerste vrouwelijke premier werden op hetzelfde moment in Mangina vrouwen en kinderen als ongedierte afgeslacht.
In de steek gelaten
Op de facebookpagina van onze ambassade verscheen een bericht: ‘België is overtuigd van de centrale rol van het maatschappelijk middenveld in de DRC met het oog op een beter bestuur en de bevordering van de mensenrechten!’ Hierdoor aangemoedigd riep het middenveld van Beni het Internationaal Strafhof op om een onafhankelijk internationaal onderzoek op te starten naar de zware misdaden tegen de menselijkheid. Maar toen Gie Goris aan minister De Croo vroeg of België als voorzitter van de VN Veiligheidsraad daar geen prioriteit kan van maken deze maand, bleek duidelijk dat routine de agenda bepaalt, en niet al dat nutteloze menselijke lijden in Beni. En dat middenveld, hmmm, ja, vervelend.
Het back-to-the future-gevoel is groot en beangstigend. Mensen leren dus inderdaad echt niets uit het verleden.
Eindaanval
Maar het is toch in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Congolese overheid om dit soort problemen aan te pakken?, hoor ik jullie zeggen. Uiteraard. Maar wat als die daar niet toe in staat blijkt?
Sinds vrijdag is Mangina volledig aan het leeglopen. Scholen en hospitalen zijn dicht gegaan. De bevolking slaat massaal op de vlucht omdat ze onophoudelijk wordt aangevallen door de macheteslijpers. Tienduizenden mensen graaien het hoogstnodige bij elkaar dat ze kunnen dragen en begeven zich richting Beni. Velen trekken van daaruit verder door naar Butembo.
De meesten gaan te voet. Wie toch een taxibrommer kan betalen moet daar al snel een veelvoud van de normale prijs voor betalen. De mensen gaan op zoek naar onderdak bij vrienden en familie. Geen vluchtelingenkampen hier, voorlopig, de onderlinge solidariteit is erg groot. Maar de nood is hoog en noodhulp totaal afwezig. In Butembo worden intussen al meer dan 10.000 ontheemden geteld. Plaatselijke organisaties trachten te doen wat ze kunnen, met de schaarse eigen middelen.
‘Je kan van een stroper toch niet verwachten dat hij het wildpark zou beschermen?’
De nieuw aangestelde bevelhebber van het leger kondigt stoer de eindaanval op de rebellen aan. Maar op het terrein is daar niets van te merken. Een verkozene van Lubero durft de waarheid bij naam te noemen: ‘Ons werd gevraagd om de bevolking op te roepen om het leger te steunen in haar strijd tegen de rebellen, maar ik zeg het zo vaak: zolang ons leger geïnfiltreerd is, kunnen we deze oorlog niet winnen. Je kan van een stroper toch niet verwachten dat hij het wildpark zou beschermen? Het is meer dan dringend tijd om dat leger eens grondig op te kuisen!’
Dat is ook de oproep die Jeanette Mapera tot het staatshoofd richtte. Die zal het wellicht niet gehoord hebben , want hij was bezig een brief te schrijven om een bevriende koning uit te nodigen, of hij was zich aan het verkneukelen dat hij nu tot ondervoorzitter is verkozen van de Afrikaanse Unie, in echte verkiezingen, en was daardoor vergeten zich af te vragen hoe het met zijn volk zou gaan.
Omsingeld
De burgemeester van de rurale gemeente Mangina roept intussen de vluchtende bevolking op om terug te keren naar huis. ‘Laat jullie niet meeslepen door geruchten’, zegt Kandondo Ephrem, ‘het leger verzekert ons dat alles onder controle is. Waar jullie naartoe gaan, wacht enkel honger en ziekte, keer terug!’
Maar het zijn alleen de dappersten onder de mannen die ’s nachts in Mangina rond het waakvuur paraat blijven. Het vooruitzicht om thuis het hoofd van je dierbaren voor je voeten te zien rollen, maakt dat niemand erop ingaat.
De burgemeester van Beni ziet het allemaal met lede ogen aan: ‘Iedereen weet dat de stad Beni omsingeld is door de ADF’, verklaart hij onomwonden. Is dat een manier om de vluchtelingen af te schrikken en hen aan te moedigen om snel door te reizen? In Beni zijn ze blijkbaar niet welkom. Bwanakawa Nyonyi: ‘de stroom vluchtelingen vormt een bedreiging voor de stad. De aanvallers kunnen zich tussen hen begeven en zo ongemerkt de stad binnenkomen om dan hier hun slag te slaan. Ook kunnen er onder hen mensen zijn die besmet zijn met het ebolavirus en zo de epidemie weer doen oplaaien in onze stad.’
Als uiting van empathie met de vluchtelingen kan dat tellen…
Welke vrede?
Beeld je in dat je op de loop bent om je leven te redden en dat dit de manier is waarop de burgemeester van je vluchtplaats je onthaalt. Je zou van minder woest worden. Woest zijn ook de jongeren van Goma. Komend weekend wordt daar voor de zevende keer het Amanifestival georganiseerd. Amani betekent vrede. De enen vinden het misplaatst van de organisatoren om zich onder het mom van een onbestaande vrede te verrijken aan de optredens. Anderen zijn van oordeel dat, als het hen menens is met de vredeswens, ze het festival beter in Beni kunnen organiseren. Een jongerenbeweging roept de gouverneur zelfs op om het festival simpelweg af te gelasten.
Het grootste probleem van Tshisekedi: de daad bij het woord voegen.
En de man die beloofde dat iedereen Kerstmis 2019 zou kunnen vieren in totale vrede? President Tshisekedi is met andere dingen bezig. Hij krijgt de rekening gepresenteerd van zijn vele onvervulde beloftes. Zijn snelprogramma van honderd dagen is na driehonderd dagen nog maar voor een derde uitgevoerd. De fly-overs van Kinshasa zijn stilgevallen omdat het budget al op is. Dat krijg je dan, als je als staatshoofd zonder verpinken beweert dat in Congo retro-commissions perfect legaal zijn. De bouwwerven zorgen alleen maar voor gigantische opstoppingen, terwijl ze net bedoeld waren als oplossing voor dat probleem.
Dat is duidelijk het grootste probleem van Tshisekedi: de daad bij het woord voegen. Hij dacht dat het makkelijk zou zijn om zijn pact met de duivel ongedaan te maken en de slogan van zijn partij UDPS “le peuple d’abord” waar te maken. Vooralsnog vertaalt de realiteit zich echter vooral als “le peuple meurt d’abord”.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
#WijZijnHier