De stad als identiteit: ‘In Gent heerst een soort taboeloosheid’

‘Schrijf jij maar eens iets over de Gentse identiteit’, zei de hoofdredacteur die mijn gevoelens voor mijn stad kende. Dat bleek evenwel makkelijker gezegd dan gedaan. Immers, wat is identiteit? En wat is dan de Gentse identiteit helemaal? Ik toog op zoek naar hoe het hart van de Gentenaren klopt voor onze stad.

  • © www.negenduust.com Heel wat mensen met een migratie-achtergrond voelen zich lekker in Gent © www.negenduust.com
  • © Facebook / Phatmark Collective De Werregarensteeg in het hart van de stad, waar grafitti's alle kansen krijgen, stilaan een toeristische attractie. © Facebook / Phatmark Collective
  • Jagienka74 (CC BY-SA 4.0) Stroppendragers tijdens de Gentse Feesten: de strop als symbool van de Gentenaar die niet luisterde naar de almachtige Keizer Karel en daarom gestraft werd Jagienka74 (CC BY-SA 4.0)

Identiteit is wat jou jezelf maakt, antwoordde filosofe Tinneke Beeckman op mijn vraag wat identiteit is. Dat zijn bepaalde kenmerken die eigen zijn aan jou, en die je mogelijk met anderen deelt. Een groep mensen die hetzelfde kenmerk deelt, kan zich dan vervolgens in meerdere of mindere mate ervaren als een groep. We behoren allemaal tot vele groepen, schreef de Indisch-Britse econoom en filosoof Amartya Sen in Identity and Violence. Het is de combinatie van al die groepen die onze unieke identiteit als individu bepaalt.

Welke kenmerken zouden Gentenaren met elkaar delen? Dat ze inwoner zijn van de stad Gent, dat lijkt evident. En toch, als ik erover begin te praten met inwoners van Gent, blijkt dat dat soms niet genoeg is om je Gentenaar te voelen. Philippe De Wilde (58): ‘Toen ik drie jaar was, kwamen we vanuit Laarne in Gent wonen. Mijn ouders waren eerstegeneratie-immigranten, ze hadden echt de mentaliteit van de buiten. Mijn broers en ik speelden altijd in de binnentuin, als in een soort enclave. We mochten niet op straat spelen, want mijn ouders waren wat bang van de stad en van wat de straatjochies ons zouden leren. Ik ben eentalig opgevoed in het Laarns. Gents was nooit mijn eerste taal. Dat speelt een rol in de verbondenheid die je voelt, in wie je bent. Let op, ik zie Gent graag, maar ik koketteer er minder mee dan rasechte Gentenaren.’

Identiteit steunt niet louter op feiten, maar deels ook op verbeelding, op wie je denkt te zijn.

Sabine Alluyn (50), die al heel haar leven in Gent woont, heeft een vergelijkbaar verhaal. ‘We woonden achter het Sint-Pietersstation aan de zogenaamde duinen, de rand van de stad, het begin van het buitengebied. Mijn ouders kwamen uit Kruishouten en voor ons was Gent de stad met de winkels. Niet waar wij woonden. Pas na mijn huwelijk had ik het gevoel dat ik in Gent ging wonen.’

Lieven Morez (50) zegt dat hij zich goed voelt in de Machariuswijk, dat hij bij ‘het meubilair van de hoek’ hoort. Iedereen kent hem, loopt eens aan, desnoods met wat voedsel als er over is van de eigen maaltijd. Morez: ‘Ik woon in Macharius en voel me Europeaan voor de rest.’

Het geeft aan dat identiteit niet louter steunt op feiten, maar deels ook op verbeelding, op wie je denkt te zijn. Op de verbondenheden die je voelt. ‘De beleving heeft zeker haar plaats. Mensen zijn helemaal niet zo rationeel’, onderstreept Tinneke Beeckman. Mensen kunnen in Gent wonen, maar zich desondanks niet echt Gentenaar voelen. En wie uit Gent verhuist, kan zich nog jaren Gentenaar voelen.

De plek die je kent

De verbondenheid met Gent kan op verschillende elementen steunen. Wat dikwijls terugkomt, is dat Gentenaren zich Gentenaar voelen omdat het ‘de plek is die je kent’. Dat gevoel van vertrouwdheid werkt verbondenheid en identificatie in de hand. Dat is wellicht van alle tijden en plekken. Jan De Coninck, in Gent geboren en getogen sinds meer dan zeventig jaar: ‘Ik vermoed dat de vertrouwdheid met Gent als leefruimte een element is dat meespeelt in mijn Gentse identiteit. Het is vergelijkbaar met hoe het ouderlijke huis en de omgeving waarin je opgroeit, deel gaan uitmaken van je identiteit. De identificatie komt tot stand via de poort van de emoties.’

Demir Ali Köse, van Turkse komaf, maar in Gent geboren,hoogleraar fysica aan de UGent en voorzitter van een Gentse moskee, verwoordt dat zo: ‘Ik ben op mijn gemak in Gent omdat ik bepaalde buurten goed ken. Je weet wat je kan verwachten. Dat is heel gerieflijk en aangenaam. In Antwerpen en Brussel voel ik me om die reden niet thuis.’

Het spreken van het Gents versterkt het gevoel een Gentenaar te zijn. Burgemeester Daniël Termont noemt het als een van de eerste punten: ‘Ik heb hier altijd gewoond en heb me altijd Gentenaar gevoeld. Dat is natuurlijk nog versterkt door het feit dat ik schepen van feestelijkheden en later burgemeester werd. Dan word je het uithangbord van de stad. Het lokale dialect is daarbij belangrijk. We moeten er hard voor vechten dat dit overleeft.’

© Facebook / Phatmark Collective

 

Ook Traudi Helmberger (50), zelf met een mooi Duits accentje in haar Nederlands, vindt dat je met het Gents speciale klemtonen kunt leggen, vaak doorspekt met een typische brutale humor. ‘Wat vindt ge bijvoorbeeld van “lek en vertrek” als vertaling voor “kiss and ride”?’ 

Neslihan Dogan (22) is geboren in Gent maar heeft Turkse roots, zoals een tiende van de Gentse bevolking. ‘Ik zou Gent missen, de woorden, de typische tongval. Soms krijg ik te horen: “Amai, gij klinkt Gents.”’

Het feit dat anderen je als Gentenaar zien, kan de identificatie versterken. ‘Ik word door mijn collega-studenten erkend als kenner van Gent als ik meteen kan uitleggen waar zich de Chinese supermarkt bevindt’,vertelt Elias Vandeputte (19).

‘Al die mooie gebouwen waar ik elke dag langsliep, je bent blij dat je daar deel van uitmaakt. Je wilt daar bij horen.’

Gent als de plek die je mooi vindt, of sterk waardeert om een of andere reden. Elise Vandeputte (20) legt uit waarom ze zich graag met Gent vereenzelvigt: ‘Mijn school in het middelbaar onderwijs was in het midden van de stad. Over de middag konden we telkens door het centrum van de stad wandelen. Al die mooie gebouwen waar ik elke dag langsliep, je bent blij dat je daar deel van uitmaakt. Je wilt daar bij horen.’

Toon Danhieux vindt dan weer dat zoiets als de Gentse Feesten zijn gevoel van identificatie met de stad versterkt. ‘Zo’n cultureel feest waar bijna alles gratis is, tien dagen lang, dat vind je nergens in Europa. Ik woon in een unieke stad.’

De Leuvense filosoof Rudi Visker wijst erop dat ‘eigenheid niet iets is dat je zelf kiest en daarom per se goed kent. Eigenheid is niet iets wat we bezitten, het is eerder iets dat ons bezet.’ Ook Philippe Van Parijs, wellicht België’s bekendste filosoof die doceerde in Firenze, Oxford en Louvain-la-Neuve, meent dat het vaak je gevoelens zijn die je vertellen hoezeer iets deel uitmaakt van je identiteit: ‘Wanneer men zich trots of beschaamd voelt als iemand van een bepaalde groep iets goeds of iets slechts gedaan heeft, weet je dat je je met die groep identificeert. Of wanneer je spontane solidariteit  voelt voor andere leden van een groep en bereid bent iets voor hen te doen dat je niet voor anderen zou doen.’

 

Verschillende Gentenaren bekennen me dat ze “vaststellen” dat ze zich meer verbonden voelen met de stad omdat hun gevoelens hun dat vertellen. Demir Ali Köse: ‘Ik voel ook dat ik Gentenaar word omdat ik trots ben als er positief nieuws is over Gent of een Gentenaar. Als AA Gent tegen Brugge speelt, supporter ik uiteraard voor Gent.’

West-Vlaming Wim Vandeputte zegt het zo: ‘Als ik terugga, stel ik vast dat het West-Vlaanderen dat ik als jongen gekend heb eigenlijk niet meer bestaat. Dat versterkt mijn band met Gent, voel ik. Dat ik interesse heb in de regionale Oost-Vlaamse zender, toont me dat ik me meer verbonden weet met Gent.’

Zelf herinner ik me hoe de Nieuw-Gentse Alliantie mijn gevoel van verbondenheid met Gent blootlegde. Deze fictieve politieke partij riep immers op om alle West-Vlamingen uit Gent te verdrijven. Hoe ironisch de actie ook bedoeld was, het raakte me in mijn band met Gent – ik hoorde er dus toch niet echt bij? Daardoor kon ik voelen wat het betekent als je uitgesloten wordt van iets waar je bij wilt horen. Het feit dat een identiteit vaak niet goed kenbaar of af te bakenen is, maakt het ook makkelijker om anderen uit te sluiten. Dat is de keerzijde van de warmte die identiteit kan bieden: de kilte van de uitsluiting.

De stad die bevrijdt

Wat dikwijls terugkeert, is Gent als de open stad, de stad die migranten – van West-Vlamingen tot Turken – welkom heet, maar ook de vibrerende stad die de geesten opent.

‘Er heerst in Gent een soort hippiementaliteit van “we zijn allemaal mensen, laat iedereen zijn wie hij is”.’

Een vrouw (28) met West-Vlaamse en Iraanse roots omschrijft dat laatste zo: ‘Gent is een stad met een open geest, met veel cultuur, je kan er zijn wie je wil. Ik ben op mijn achttiende thuis weggelopen uit Brugge. In Gent kan je meer jezelf zijn, er is minder voorgeschreven gedrag. Het was een wereld die openging, een plaats van ontplooiing. Er heerst een soort hippiementaliteit van “we zijn allemaal mensen, laat iedereen zijn wie hij is”. West-Vlaanderen is veel geslotener.’

Het zijn woorden die ik dertig jaar geleden zelf had kunnen schrijven over mijn migratie als student van Izegem naar Gent. De tocht naar de stad die aanvoelde als een soort bevrijding, de stad waar alles kon, waar mijn blik verruimde.

De voormalige Utrechtenaar Frans Veenhof zegt het met een sappig Nederlands accent: ‘Je mag in Gent zo gek doen als je wil.’ De studente geschiedenis Neslihan Dogan formuleert het zo: ‘Er heerst in Gent een soort taboeloosheid.’

Een deel van die openheid is kennelijk ook de openheid tegenover mensen met een migratieachtergrond. Zegt de West-Vlaams-Iraanse vrouw: ‘Ik heb meer opmerkingen gekregen over mijn West-Vlaamse tongval, meestal ironisch, dan over mijn Iraanse afkomst.’

Ook Demir Ali Köse, docent fysica en voorzitter van een Gentse moskee, ervaart het zo: ‘Gent is opener dan andere steden als Antwerpen. Je voelt je er meer welkom. Toch heb ik de laatste tijd minder dat gevoel welkom te zijn in Gent.’ Als ik hem vraag hoe dat komt, kan Köse het niet meteen met een uitspraak of gebeurtenis verbinden.

‘Er zijn vele kleine dingetjes die je helpen om je je thuis te laten voelen. En het zijn vaak initiatieven van onderuit die /gesteund worden door het bestuur.’

Studente Neslihan Dogan voelt zich onder meer Gentenaar omdat ‘ik voel dat we het hier anders doen dan in Antwerpen of West-Vlaanderen. Gent staat open tegenover mensen met een migratieachtergrond. Heel mijn schooltijd is een positieve ervaring geweest. Ook de politie zet daarop in. Het discours van het bestuur is anders.’

Het bestuur lijkt ook veel te doen om mensen te helpen zich thuis te voelen. Hans-Ludwig Becker, die uit Duitsland in Gent belandde: ‘Er zijn vele kleine dingetjes die je helpen om je je thuis te laten voelen. De stedelijke schoonmaakactie van de Gruute Kuis, of de Propere Ossen, de door de stad mee ondersteunde schoonmaakactie in onze Ossenstraat. Een initiatief als de Buren van de Abdij. En het zijn vaak initiatieven van onderuit die gesteund worden door het bestuur.’

Studente Shirin Rabi: ‘Mensen worden hier aangezet om dingen te doen, om van onderop initiatieven te nemen. Dat spreekt me sterk aan.’ Het bestuur zet inderdaad sterk in op participatie en koestert burgerinitiatieven. Gent is intussen een ware bijenkorf van burgerinitiatieven, die regelmatig honing produceert voor de betrokkenen. En ja, burgers die zich kunnen uitleven en verenigen, voelen zich meer verbonden met de stad die deze kansen biedt.

Dat voelt ook Wim Vandeputte: ‘Echte Gentenaren hebben relaties die over generaties teruggaan. Zij kunnen meer terugvallen op hun familiale en andere netwerken. Ik ken weinig echte Gentenaren. Al de anderen die hier eerste generatie zijn, hebben elkaar nodig. Het rijke verenigingsleven geeft je het gevoel dat je deel uitmaakt van iets.’

Rebels en open?

Dat heel wat mensen zich op de een of andere manier identificeren met Gent is duidelijk, maar de term “Gentse identiteit” suggereert soms dat er, behalve de woonplaats en het dialect, nog andere typische Gentse kenmerken bestaan. Veel gesprekspartners konden daar niet de vinger op leggen. Anderen wel.

Jagienka74 (CC BY-SA 4.0)

Stroppendragers in Gent tijdens de Gentse Feesten

Delphine Vandeputte (17) studeert in Brugge en stelt vast dat ‘wij Gentenaren opener zijn. Dat we sneller durven praten in het openbaar.’ De kenmerken van een stad omringd door platteland weerklinken ook bij Elias Vandeputte: ‘We zijn op een andere manier open. In Gavere zijn ze vooral open tegenover mensen die ze kennen. In Gent leg je sneller contacten.’

Traudi Helmberger ontwaart in Gent een rebelse, niet onderdanige geest die ze in veel Duitse regio’s niet voelde: ‘Zoals die keer dat er politieagenten in de tram zaten en iemand hen vroeg: “Is uwe combi kapot misschien?” Er is in Gent niet overdreven veel respect voor het gezag.’

​De Gentse universiteit lijkt een enorme magneet voor West-Vlaams en ander talent dat de stad komt bevolken, bezielen, vormgeven.

Burgemeester Termont vindt de Gentenaren rebels én gastvrij. ‘Ze protesteren tegen van alles. En ze doen dat al lang. Dat is ook de reden waarom keizer Karel hen zo strafte en hen dwong met een strop rond hun nek door de stad te lopen.’ Als ik hem vraag waar die gastvrijheid vandaan zou komen, verwijst hij naar het feit dat Gent een haven is, waardoor er altijd volk van overal in de stad kwam. Maar Antwerpen is uiteraard ook een haven? ‘Ja, da’s waar, en ik moet hier de rekening niet maken van Antwerpen, maar het Antwerpse stemgedrag straalt niet dezelfde warmte uit als dat van Gent. Ons kartel sp-a-Groen maakte zeer duidelijke keuzes voor vluchtelingen en haalde daarmee een absolute meerderheid.’

Zeker is dat de verkiezingsresultaten in Gent, net als Leuven, in de Vlaamse context opvallen in die zin dat linkse partijen er een meerderheid behalen. Termont ziet dat als een reusachtige opinietest waaruit Gent als opener en gastvrijer naar voren komt. Wim Vandeputte ziet dat helemaal anders: ‘Antwerpen verdedigt juist de openheid door de islamisering tegen te gaan.’ Wie het gevoerde beleid waardeert, vindt er een reden te meer in om zich met Gent verbonden te voelen.

Wat daar ook van zij, het hebben van een haven lijkt niet het doorslaggevende element als verklaring voor het electorale profiel – vergelijk met Antwerpen of Zeebrugge. Wellicht speelt aanwezigheid van een grote universiteit en talloze hogescholen wél een rol. De Gentse universiteit lijkt een enorme magneet voor West-Vlaams en ander talent dat de stad komt bevolken, bezielen, vormgeven en wellicht bijdragen tot de open geest die velen ervaren. Het is een zelfversterkend effect. Waarom blijven studenten hangen? ‘Gent is de plek waar het te doen is’, zegt Termont. En daardoor is er nog meer te doen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.