Pleidooi voor een open debat over gezinshereniging

‘Wie wint erbij wanneer gezinnen jarenlang van elkaar gescheiden leven?’

Alekon pictures / Unsplash

Welke winst strijken we als samenleving op als gezinnen van elkaar vervreemden?

Gezinshereniging is niet alleen een recht, maar kan ook een hefboom zijn voor integratie, schrijft onderzoeker asiel en migratie Pascal Debruyne (Odisee Hogeschool). We hebben daarom dringend nood aan een ander verhaal, gebaseerd op feiten en onderzoek. ‘Ook voor onze samenleving heeft gezinshereniging gunstige effecten.’

Het politieke debat over gezinshereniging heeft heel wat weg van Plato’s allegorie van de grot. Te vaak is het debat maar een projectie van de realiteit, die mijlenver staat van de alledaagse praktijk van mensen die gezinshereniging aanvragen. Alsof sommige politici ook in een halfdonkere grot verblijven, niets anders zien dan schaduwen op een muur, terwijl ze denken dat dit de werkelijkheid is.

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v) ziet gezinshereniging bijvoorbeeld als een “achterpoortje” voor asielopvang. Open Vld oreerde tijdens zijn laatste congres dan weer dat gezinshereniging ‘vertraagd moet worden’ en dat ‘onze regels te soepel zijn’. Socioloog Mark Elchardus legt de link met de ‘angst voor omvolking’. En econoom Stijn Baert meent dat, op basis van een rapport van de Belgische Hoge Raad voor Werkgelegenheid, de regels voor gezinshereniging strenger moeten.

Deze uitlatingen tonen aan dat ‘gezinshereniging’ doorgaans vooral negatieve associaties oproept, ook als het gaat over niet-begeleide minderjarige vluchtelingen (NBMV). Zo zijn er ook indirecte associaties met kindergeld en studiebeurzen, die jonge vluchtelingen gebruiken in het kader van gezinshereniging. Het is maar een kleine stap voor politici om te spreken over ‘aanzuigeffecten’, waardoor elke (noodzakelijke) financiële en sociale ondersteuning ingeperkt kan worden.

Bij deze negatieve connotaties en de negatieve perceptie over gezinshereniging worden de grenzen van wat wettelijk mag opgezocht. Soms worden ze ook overschreden. Nederland probeerde bijvoorbeeld vorig jaar nog om gezinshereniging te begrenzen door het op te schorten voor erkende vluchtelingen en mensen die internationale bescherming aanvragen.

Dat was zogenaamd ‘om de asielcrisis te bezweren’, maar het werd ook onwettig bevonden. Toch legde oud-Fedasildirecteur Bob Pleysier recent een gelijkaardig voorstel voor ons land op tafel.

Tijdsdruk

Voor een boek dat in mei verschijnt sprak ik met een vijftigtal gezinnen en evenveel experten. De honderd gesprekken laten zien wat gezinshereniging in de realiteit betekent. Niet in een grot met schaduwen, maar in het daglicht van de echte wereld.

De verhalen van gebroken gezinnen zijn helaas schering en inslag. Niet in het minst bij erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden. Vanuit België kunnen zij zelf geen aanvraag voor gezinshereniging doen. Dat kan alleen hun familie in het buitenland, in de dichtstbijzijnde Belgische ambassade voor het gezin in kwestie.

Dat zorgt niet alleen voor drempels, maar ook voor drama’s. Neem bijvoorbeeld het verhaal van een jongen uit Afghanistan die in ons land erkend is. Zijn gezin heeft papieren nodig om het land te kunnen verlaten en aan de Belgische ambassade in Pakistan gezinshereniging te kunnen aanvragen. Papieren die zijn vader zou moeten halen bij de Taliban, wat hij simpelweg niet kan: door zijn vorige job zou hem dat het leven kosten.

Voor volwassen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die gezinshereniging voor hun partner en kinderen willen aanvragen, is er ook tijdsdruk.

Maar zonder die papieren is er geen uitweg uit het land. Niet voor de vader en evenmin voor de broertjes en zusjes van de jongen. Ook zijn oma, die sinds het overlijden van zijn moeder mee voor de kinderen zorgt, kan de papieren niet gaan halen. Een vrouw alleen, zonder man, kan dat immers niet doen.

Het gevolg? Geen aanvraag voor gezinshereniging. Intussen heeft de Taliban een deel van zijn familie vermoord, omdat ook zij in het verleden de verkeerde jobs deden.

Binnenkort wordt deze jongen 18 jaar. Gezinshereniging aanvragen voor zijn ouders, broers en zussen kan een minderjarige alleen maar tot de leeftijd van 18 jaar en 3 maanden. Voor volwassen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die gezinshereniging voor hun partner en kinderen willen aanvragen, is er ook tijdsdruk.

Na hun erkenning krijgen ze één ‘uitzonderingsjaar’ om een aanvraag tot gezinshereniging te doen zonder strenge inkomens- en huisvestingsvoorwaarden. Een jaar dat voor sommigen vaak te kort blijkt door de grote drempels in de procedure.

Die drempels hebben het Federaal Migratiecentrum Myria en de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR al meermaals beschreven. Ook Vluchtelingenwerk Vlaanderen maakte er al melding van. Net zoals het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), dat behalve een analyse van de administratieve en juridische drempels ook een hele reeks voorstellen om de procedures te verbeteren en de drempels te verlagen aan het kabinet van De Moor bezorgde.

Daarnaast is de juridische ondersteuning zeer gebrekkig. Voor veel advocaten is het vooral een administratieve procedure. Weinigen onder hen hebben ervaring met migratierecht en het aantal middenveldorganisaties dat sociaal-juridische begeleiding aanbiedt is schaars.

Verwaarloosbaar

Wat staatssecretaris voor Asiel en Migratie De Moor een “achterpoortje” noemt, is in realiteit een recht van deze mensen. Ze hekelt dat mensen die zich op een snijpunt van asielopvang en gezinshereniging bevinden gebruikmaken van dat recht. In de praktijk gaat het om drie mogelijke groepen.

Het kan gaan om mensen die uitgeprocedeerd zijn, geen ‘internationale bescherming’ krijgen en vervolgens gezinshereniging aanvragen omdat ze een kind hebben of krijgen met een Belgische of EU-burger. 

Ten tweede kan het gaan om mensen die een aanvraag ‘internationale bescherming’ hebben lopen. Om een verlenging van asielopvang te krijgen, doen mensen een aanvraag regularisatie (9bis-procedure).

Sinds 2019 is dat de weg voor sommige ouders van een erkende minderjarige in België om herenigd te worden, in plaats van direct mee bescherming te krijgen van het Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen en Statelozen (CGVS) op basis van artikel 23 en 24 van de EU-Kwalificatierichtlijn. 

Die richtlijn stelt dat ‘de lidstaten waarborgen dat gezinsleden van de persoon die internationale bescherming geniet die zelf niet in aanmerking komen voor een dergelijke bescherming aanspraak kunnen maken op dezelfde voordelen waaronder een verblijfsrecht.’

Dat zijn géén achterpoortjes. Volgens de Opvangwet hebben deze mensen wel degelijk recht op een verlenging van de asielopvang: ‘Het recht op de materiële hulp wordt verlengd wanneer (…) de vreemdeling (…) die verblijft in een opvangstructuur een familielid heeft of een persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij over hem uitoefent.’

Ten derde kan het zijn dat De Moor verwijst naar de mensen die ondanks een verblijfsrecht via gezinshereniging ook nog eens internationale bescherming in België aanvragen. Zij doen dat om twee goede redenen.

In het debat richt men zich liever op zeer kleine groepen mensen die geen “echt” recht op opvang zouden hebben.

Enerzijds biedt de bescherming via de asielprocedure een betere bescherming dan gezinshereniging. Het is aan minder voorwaarden gebonden en het levert minder afhankelijkheid van andere gezinsleden op.

Anderzijds kiezen mensen die via gezinshereniging in ons land zijn soms voor een asielprocedure door problemen met huisvesting. Omdat de moeilijkheden die ze ondervinden in hun zoektocht naar een woonst voor gezinnen die herenigd zijn soms zo groot zijn dat ze dak- of thuisloos worden. Via een aanvraag voor internationale bescherming kunnen ze ‘tijd kopen’ en opvang krijgen.

Beide situaties zeggen meer over een falend beleid dan over de mensen die deze stappen zetten omdat hun rechten geschonden worden. Alleen richt men zich in het debat liever op zeer kleine groepen mensen die geen “echt” recht op opvang zouden hebben.

Eerst waren dat mensen die volgens de Dublin-verordening teruggezonden konden worden naar het eerste land van aankomst. Dan waren het de ‘werkende asielzoekers’. Vandaag is het de groep mensen die gezinshereniging aanvraagt en ervan beschuldigd wordt achterpoortjes te gebruiken. Niet onbelangrijk is dat het hier om een verwaarloosbaar aantal mensen gaat die zich op het kruispunt van asiel en gezinshereniging bevinden.

In plaats van de asielopvang te verengen tot een afgelijnde groep asielzoekers, moet het streven naar een veerkrachtig beleid ook gepaard gaan met denkpistes over de manier waarop andere groepen in onze samenleving kunnen worden opgevangen en georiënteerd.

Collega-onderzoekers en ik hebben eerder gepleit voor een zogenaamde ‘permanente infrastructuur voor tijdelijk verblijf’. Maar het is een rol die Fedasil weigert op te nemen voor gezinnen zonder wettig verblijf, ondanks de wettelijke verplichting daartoe. Behalve als die gezinnen procederen.

Status quo

De toekomst belooft weinig goeds. De afgelopen jaren draafden allerlei (academische) experts en ngo’s op in het kader van een herschrijving van het migratiewetboek. Het is een noodzakelijk proces dat de Vivaldi-regering op touw heeft gezet en meer rechtszekerheid, transparantie en efficiënte kan bieden in migratieprocedures.

Drempels worden niet weggewerkt. Gezinsdrama’s zullen blijven gebeuren.

Maar heel wat wetgeving daarvan wordt op het niveau van de overheid getild, in een dynamiek tussen diensten zoals Dienst Vreemdelingenzaken, het kabinet Asiel en Migratie en het kernkabinet van onze federale regering.

Wat momenteel op tafel ligt met betrekking tot gezinshereniging is in feite geen voorstel. Drempels worden niet weggewerkt. Gezinsdrama’s zullen blijven gebeuren.

Misschien zegt die status quo vooral iets over wat politiek gezien ‘mogelijk’ is om tegemoet te komen aan die enkele lijntjes over gezinshereniging uit het regeerakkoord. Voor sommige partijen vormt het de aanleiding om uit voorbeelden van buurlanden alleen maatregelen voor verstrenging over te nemen, zonder andere positieve maatregelen mee over te nemen. 

Bijvoorbeeld geldt er in landen als Bulgarije, Frankrijk, IJsland, Italië, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk geen termijn waarbinnen vluchtelingen hun gezinsherenigingsaanvraag moeten indienen om vrijgesteld te worden van de socio-economische voorwaarden. 

Of als men dan toch naar onze buurlanden wil kijken, zou er net zoals in Duitsland een mogelijkheid moeten zijn om een notificatie in te dienen binnen de voorziene termijn van één jaar, waarop zij de mogelijkheid krijgen om daarna hun aanvraag te vervolledigen.

Veilige ruimte

Waarom is een aanvraag voor gezinshereniging vanuit België niet mogelijk? In Nederland kan dat bijvoorbeeld wel. Wil men echt dat mensen gevaar blijven lopen? Waarom worden de kosten niet gedrukt die met de legalisering van documenten en DNA-tests gepaard gaan?

Waarom is er geen centraal contactpunt bij de Dienst Vreemdelingenzaken voor hulpverleners en advocaten? En waarom wordt die dienst niet verplicht om tijdig — gezien de tijdsdruk voor aanvragers — te melden dat documenten ontbreken of wanneer er vragen zijn?

Waarom moeten ouders na vijf jaar voldoende bestaansmiddelen kunnen bewijzen?

Waarom moeten ouders trouwens na vijf jaar voldoende bestaansmiddelen kunnen bewijzen, waardoor ze het risico lopen hun verblijfsrecht te verliezen bij de meerderjarigheid van hun kind. Een bron van jarenlange rechtsonzekerheid.

Waarom is er geen interministeriële conferentie om ook de omkadering ná gezinshereniging mee te nemen? De Vlaamse agentschappen Opgroeien en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.

Een systematische review van onderzoek over ondersteuning van transnationaal ouderschap, toont aan welke positieve impact die ondersteuning en omkadering tussen ouders en kinderen op afstand kan hebben.

Dat het mogelijk is om goede praktijken uit te bouwen toont de samenwerking tussen het OCMW van Leuven en Caritas. Daarbij bouwde men een proactieve outreachende aanpak uit om net herenigde gezinnen te ondersteunen in hun zoektocht naar nieuwe rollen en posities in het gezin en ten aanzien van elkaar. En dat in de veilige ruimte van de woning.

Verborgen kosten

Politici moeten dringend uit de grot treden, weg van de schaduwprojecties die ze als gezinshereniging zijn gaan beschouwen. Alleen dan kunnen ze die zien zoals ze écht is, in de praktijk. En dat is niet alleen het recht van gezinnen om bij elkaar te zijn, maar ook een manier voor mensen om hun leven opnieuw op te nemen, opnieuw vooruit te kunnen. Onderzoek heeft intussen aangetoond dat gezinshereniging een positieve impact op inkomens kan hebben.

Welke winst strijken we als samenleving op als gezinnen van elkaar vervreemden?

Ook voor ons, als samenleving, heeft gezinshereniging positieve effecten. Beter welzijn en betere welvaart voor deze gezinnen zorgt ervoor dat heel wat kosten voor de samenleving worden vermeden, kosten die vandaag door het beleid zelf worden gecreëerd.

Ik ben proMO*

 

Steun ons unieke non-profit mediaproject en word proMO*.

Je ontvangt ons magazine en geniet van een pak andere voordelen

Je maakt MO* mee mogelijk en steunt ons in onze missie.

Voor € 4,60/maand of € 60/jaar.

Ik word proMO*

Wie wint erbij wanneer gezinnen jarenlang gescheiden leven? Welke winst strijken we als samenleving op als die gezinnen van elkaar vervreemden, waardoor de zoektocht na de hereniging moeilijk loopt? En wat winnen we als samenleving bij de jarenlange limbo en de strategieën die mensen dan zoeken om die wachttijd door te komen?

Gezinshereniging is niet alleen een recht, maar kan ook een hefboom zijn voor integratie. Ze verdient een ander verhaal, gebaseerd op feiten en onderzoek.

Om écht te weten wat er gebeurt bij gezinshereniging moeten politici spreken met opvanginitiatieven en middenveldorganisaties. Of met de gezinnen zelf die zo’n procedure doormaken. Of met advocaten migratierecht en voogden. Of met sociaal werkers, zowel betaalde als vrijwillige professionals.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.