Al 40.000 Congolezen op de vlucht voor geweld

Het VN-vluchtelingenagentschap waarschuwt voor een alarmerende toename in het geweld in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo (DRC). Al meer dan 40.000 mensen zijn er op de vlucht voor het geweld.

Sinds januari zijn bij aanvallen die toegeschreven worden aan de gewapende groep Allied Democratic Forces (ADF) al bijna tweehonderd mensen gedood. In amper drie maanden tijd zijn 25 dorpen binnengevallen, tientallen huizen in brand gestoken en meer dan 70 mensen ontvoerd. 

Het geweld concentreert zich in de regio rond Beni, maar ook in andere delen van Noord-Kivu is sprake van aanvallen en wijdverbreide mensenrechtenschendingen, zegt het VN-vluchtelingenagentschap (Unhcr). 

Vrouwen en kinderen

Veel vluchtelingen trekken naar de steden Oicha, Beni en Butembo. Vaak gaat het om vrouwen en kinderen, terwijl de mannen achterblijven om eigendommen te beschermen en zichzelf zo blootstellen aan het risico van verdere aanvallen.

De vluchtelingen leven vaak in erbarmelijke omstandigheden, zonder onderdak, voedsel, water of gezondheidszorg, zegt Unhcr.  Dat is des te schrijnender in het licht van de pandemie.

De 40.000 vluchtelingen verhogen de druk verder op een regio waar al 100.000 mensen ontheemd zijn. Maar financieringstekorten beperken het vermogen van hulporganisaties om te voorzien in voldoende hulp en opvangcentra, zegt het VN-agentschap.