Kader Abdolah: ‘De migranten komen toch, dus probeer er van te genieten!’

De Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah belandde begin jaren ‘80 als vluchteling in Nederland. Dertig jaar later is hij één van de meest succesvolle auteurs van ons taalgebied. Als ervaringsdeskundige laat de huidige migrantiestroom hem allerminst koud. MO* sprak met hem over vluchtelingen, Iran, het schrijverschap… en nog veel meer.

  • CC Gerard Stolk (CC BY-NC 2.0) CC Gerard Stolk (CC BY-NC 2.0)

Wanneer ik met Kader Abdolah spreek, heeft hij er net een lezing voor een goedgevulde Antwerpse universiteitsaula opzitten. In zijn kenmerkende excentrieke en expressieve stijl maakte hij van de lezing een soort literaire vertelling, waarin hij zijn persoonlijke geschiedenis verweefde met een beschouwing over de huidige migratiestroom. De bedoeling was dat hij over het thema ‘vluchtelingen’ zou spreken, maar hij besliste ter plaatse om van onderwerp te veranderen en het over ‘de kracht van migratie’ te hebben.

‘De kracht van migratie’ werkt volgens Abdolah in twee richtingen: ‘Asielzoekers zijn geen avonturiers, maar mensen die op zoek zijn naar een nieuw begin. Ze maken zich los van de politieke, sociale, religieuze en culturele remmingen die hen belemmerden in hun herkomstland en dat werkt enorm bevrijdend. Het helpt mensen om hun droom te kunnen verwezenlijken. Europa van zijn kant heeft deze mensen en hun inventiviteit nodig. Europa is oud geworden. Het is een importcontinent geworden en kan de migranten gebruiken om zichzelf heruit te vinden.’

‘Zet de nieuwkomers onder druk om je taal te leren’

Een win-win-situatie voor beide partijen dus. Maar Abdolah is niet blind voor de spanningen die het proces met zich meebrengt. Hij roept de Europeanen op om hun angsten te uiten en de nieuwkomers zeker niet te pamperen. ‘Wees gerust hard voor hen. Zet ze onder druk om je taal te leren, zodat ze met je kunnen praten en hun weg vinden in je land. Als overheid zou ik die nieuwkomers niets geven als ze niet de moeite doen om je taal te leren.’

Een andere sleutel tot een vlot verloop van het integratieproces is volgens hem ‘aanvaarding’. De Europeanen zullen moeten leren aanvaarden dat de immigranten komen, maar ook de immigranten moeten met hun lotsbestemming leren leven.

‘Zelf had ik niet de bedoeling om in dat kleine dorpje in Nederland te belanden. Ik wilde naar de Verenigde Staten, naar het grote New York. Twee keer heb ik het geprobeerd. De eerste keer werd ik onderschept op de Nederlandse luchthaven, de tweede keer werd ik in de Verenigde Staten terug op het vliegtuig naar Nederland gezet. Ik zag niet in dat ik slechts één druppel was van een grote migratiegolf en deed er alles aan om mijn lot te ontsnappen. Uiteindelijk aanvaardde ik mijn lot, werd vanuit mijn dorpje een succesvol schrijver en nu ga ik regelmatig naar de V.S. om lezingen te geven.’

Over vrouwen, de islam en onszelf

Ik had de indruk dat je de zuiver politieke vragen van de studenten een beetje omzeilde om het migratieverhaal meer in een filosofisch perspectief te plaatsen. Klopt die indruk?

Kader Abdolah: Ja. Over de politieke vraagstukken wordt er al elke avond gesproken op televisie. Je ziet dan hoe de politici ‘spelen’ met het thema. Politici zeggen niet waar ze zelf in geloven, maar datgene wat goed is voor hun partij. Ze willen de macht behouden of veroveren en daarom zeggen ze de dingen waarmee ze denken stemmen te kunnen winnen. Zo gebruiken en misbruiken ze de golf van immigranten om aan de macht te komen.

Ik ben geen politicus. Ik hoef geen macht. Ik wil voor een zaal vol jonge mensen niet ‘spelen’ met het thema maar datgene zeggen waarin ik geloof. Daarom wilde ik geen antwoord geven op de vragen die al heel vaak op televisie gesteld worden.

Je raadde de studenten aan om te aanvaarden dat de immigranten komen, maar ook om hun angsten naar de nieuwkomers toe te uiten. Waarom vind je dat zo belangrijk?

Kader Abdolah: Als mensen zich niet kunnen uiten, dan wordt je samenleving ziek. Er is niets mis mee om bang te zijn. Zo’n grote golf migranten die aanspoelt heeft iets beangstigend. Dus moet je mensen toelaten om die angst te uiten. Het beste wat je als burger kan doen is aan een nieuwkomer vragen om samen te zitten en met hem te praten. Drink samen een kop koffie en zeg tegen de immigrant dat je bang van hem bent.

‘Wij willen graag alles in een paar maanden tijd oplossen, maar dat kan niet’

Kijk, het is logisch dat er inspanningen geleverd worden om de migratie tegen te houden. Dat is nooit anders geweest. De nieuwkomers komen en de oorspronkelijke bewoners verzetten zich. Hier en daar vallen er een paar doden, er geraken mensen gewond en de nieuwkomers worden in buitenwijken geplaatst. Dat duurt een paar decennia (of eeuwen) en geleidelijk geraken de volgende generaties gewend aan ‘de anderen’ en worden ze één geheel.

Dat is een natuurlijk proces en door dat proces ontstaat er een nieuw soort land met een nieuwe identiteit. Maar wij willen graag alles in een paar maanden of een paar jaar tijd oplossen. Dat kan niet. Dit proces is nu in gang gezet en het duurt nog minstens 50 jaar voordat het een beetje vorm heeft gekregen.

Helaas of gelukkig kunnen we dat proces niet tegenhouden. De volgende tientallen jaren zullen we daarmee bezig blijven. Migratie is hét thema van deze generatie. Dus hoe bang je ook bent, probeer er ook van te genieten. Als je er niet van geniet ben je gewoon dom. Dat is verloren tijd. Je wordt oud, je gaat dood en je hebt de immigranten niet toegelaten om je mee te nemen in hun verhaal.

Heeft de angst voor de nieuwkomers bij veel mensen ook niet te maken met een angst voor een islamisering van onze maatschappij?

Kader Abdolah: Of we dat nu willen of niet, de islam in na het christendom de tweede grootste religie van Europa geworden. We kunnen niet de islam van Afghanistan, de Iraanse ayatollahs of Saudi-Arabië in Europa tolereren. Er moet zich een Europese, een Nederlandse, een Belgische islam ontwikkelen.

Om dat te doen, moeten we weten wat de koran zegt en wie Mohammed is. Daarom heb ik in twee boeken (De boodschapper en De koran) mijn lezers meegenomen langs de tuinen van de Koran. Ik heb mijn lezers met die boeken proberen duidelijk te maken over wie en wat het gaat. Nu moeten we bekijken wat we ervan kunnen maken.

Vijf jaar lang gaf ik lezingen in scholen, universiteiten, bibliotheken en moskeeën over dat onderwerp. Dat was toen het onderwerp van de dag en volgens mij is dat nog altijd zo. Nu zijn we zoveel met politiek bezig dat het wat op de achtergrond is geraakt, maar dat onderwerp komt nog wel een keer terug.

Jij zegt dat het belangrijk is dat immigranten in hun nieuwe land zichzelf heruitvinden. Heb je de indruk dat vrouwen dat proces gemakkelijker doormaken dan mannen?

Kader Abdolah: Ja. Dat was voor mij ook een nieuw onderwerp. Ik kende wel vrouwen in Iran, maar vrouwen in ballingschap hebben me een andere kant van zichzelf laten zien. Dat had ik niet verwacht. Daarom heb ik onder meer Pari als personage opgevoerd in Papegaai vloog over de Ijssel.

Vrouwen krijgen -vooral in de oude oosterse samenlevingen- heel veel beperkingen opgelegd en daardoor komen hun talenten niet bovendrijven. Ze zijn altijd ondergeschikt en worden afgeremd omwille van hun vrouw-zijn. Ze worden beperkt door hun echtgenoot, vader, broer, de imam… En dan komen ze ineens in België of Nederland terecht.

Er is geen vader, broer of imam meer in de buurt en ineens barsten al hun talenten los. Omdat ze niets te verliezen hebben, durven ze gemakkelijker zichzelf te zijn. Ze durven hun zwakke kanten te tonen en daardoor leren ze gemakkelijker de taal en dergelijke.

‘Vrouwen verwachten niets, maar krijgen veel’

Ze verwachten niets, maar krijgen veel. Terwijl de mannen in hun herkomstland meestal veel konden en mochten. Plots komen ze in die nieuwe samenleving terecht en zijn ze zo bang als een haas. Bang om hun macht, hun kracht, hun patriarchale positie te verliezen. En daarom durven ze niet en blijven ze achter.

Vrouwen komen in het algemeen absoluut sneller aan de bak. Ze leren de taal, leggen contacten en vinden een baan. Daarom zijn er ook heel veel echtscheidingen bij dat soort koppels. De oude context telt niet meer. De man wordt een beetje onderdanig, maar eigenlijk wil hij dat niet.

Over het schrijverschap en Kaders eigen verhaal

In de De kraai schrijf je het volgende: ‘Soms vertel ik dingen waarvan ik twijfel of ze waar zijn. Ze komen geloofwaardiger over dan de waarheid. Waarschijnlijk komt dat door mijn vlucht uit het vaderland. Wie nooit meer terug naar huis mag, raakt in een staat van verbeelding.’  Is dat een autobiografische beschrijving?

Kader Abdolah: Dat is absoluut een autobiografische beschrijving. Verbeelding krijgt heel veel ruimte in je bestaan als immigrant. Je romantiseert heel veel dingen: je vaderland, je huis, de oude buurvrouw of de kruidenier op de hoek van de straat…

Bij iemand die zoals ik niet terug kan gaan naar zijn thuisland, krijgt de verbeelding heel veel ruimte in het hoofd. Zelfs in je slaap keer je vaak terug. En dan zie je dat daar heel veel elementen plots tevoorschijn komen. Zoals de kraai en de papegaai. Dat zijn allebei belangrijke personages in de oude Perzische literatuur. Ineens komen ze in een andere manier in je verbeelding. En ik heb ze dan ook gebruikt in mijn verhalen.

Je wilde al schrijver worden in Iran. In Nederland heb je die droom helemaal waargemaakt. Heb je het gevoel dat die drang om te schrijven voor jou een grote kracht was toen je in Europa belandde?

Kader Abdolah: Vooral de verandering van taal heeft mij een enorme kracht verleend. Het kostte me heel veel moeite om ze te leren beheersen, maar ze werkte ook heel bevrijdend. Ik ben alle literaire, culturele en religieuze remmen kwijtgeraakt door die nieuwe taal. In je eigen taal gebruik je heel veel clichés. Al die zinnen en woorden die voor mij al gebruikt waren in die oude, Perzische taal remden me af… In mijn nieuwe taal moest ik die zinnen allemaal zelf maken. Dat is een zeer boeiende bezigheid en het werkt enorm bevrijdend.

Ik woonde in Iran in het huis van de moskee. Dat was een oud huis, waar we ook een grote bewaarbibliotheek met duizenden boeken hadden. In die bibliotheek stonden allemaal klassieke Perzische werken. Dat waren stuk voor stuk bijzondere werken van de grootste Perzische meesters uit de afgelopen 500-1000 jaar. Ik las ze en dacht bij mezelf: ‘Mijn God, ze hebben al over alles geschreven. Ze hebben geen ruimte overgelaten voor mij.’

Maar opeens heeft de migratie nieuwe deuren voor me geopend. Ik ontdekte een nieuwe taal, nieuwe mensen, een nieuwe cultuur… Ik moest zelf als mens ook opnieuw beginnen. Anders leren kijken naar de liefde, de dood, het concept ‘thuis’, de taal…

Ik had nieuw materiaal om over te schrijven. Ik ontwikkelde een nieuwe manier van kijken die zij niet hadden. En dat vond ik bijzonder, dat ik op die manier iets aan de literatuur kon toevoegen.

Over Iran en de vernietigende kracht van de haat

Nog een citaat uit De kraai: ‘Ik haat niemand, er is geen ruimte voor rancune in mijn geest.’ Voel je ook geen haat tegen het regime waarvoor je bent moeten vluchten?

Kader Abdolah: Ik heb dat wel een tijdje gehad, haat tegen het regime. Maat toen zag ik in dat ik mezelf op die manier ziek maakte. Met haat beschadig je jezelf. Het is een vernietigende kracht. Ik ben zelf niet religieus, maar ik bewonder de religies die ‘vergeving’ naar voor brengen om haat te verbannen. Ik wil het regime op mijn eigen manier wel bestrijden, maar ik wil mezelf niet vernietigen door haatdragend te zijn.

Er zijn de voorbije jaren een paar heel grote manifestaties geweest tegen het regime, maar steeds doofde dat protest terug uit en bleven de machthebbers in het zadel. Hoe zie je dat op termijn evolueren?

Kader Abdolah: Ik steunde de opstanden, maar ik zie er nu een soort historische wijsheid in dat mensen zich hebben teruggetrokken. Ze kijken om zich heen en zien wat er in Afghanistan, Irak en Syrië gebeurt. Ze willen niet in dezelfde situatie belanden. De Iraniërs zijn wijs genoeg om te weten dat ze op dit moment het regime niet onderuit kunnen halen. En als je een regime niet onderuit kan halen, dan moet je proberen om er compromissen mee te sluiten.

‘Iran kan heel gemakkelijk in dezelfde situatie belanden als die waar Irak nu in zit’

Ze proberen om het land leefbaar te houden en niet in een oorlogssituatie te belanden. Iran kan heel gemakkelijk in dezelfde situatie belanden als die waar Irak nu in zit. Daarom oefent de oppositie geduld uit. Ze kiezen voor een omweg in plaats van voor een directe confrontatie. Ze proberen via de verkiezingen macht te verwerven om op het regime te wegen.

De ‘Raad van Wachters’ ontneemt bij verkiezingen nog steeds bepaalde kandidaten de kans om op te komen. Het volk kan niet zomaar kiezen wie het wil. Maar de oppositie krijgt 4 à 5 kandidaten die wel mogen opkomen en daaruit proberen de burgers de beste te kiezen. Dat is het compromis.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.