Meer aanwijzingen voor oorlogsmisdaden in Soedan

“Elke dag moeten er mensen naar de bergen vluchten door luchtaanvallen door de regering”, vertelde een van de overlevenden van een aanval op een aantal dorpen in Zuid-Kordofan woensdag op radio Dabanga. Zuid-Kordofan is een omstreden regio op de grens tussen Soedan en Zuid-Soedan; radio Dabanga is een zender uit Darfoer, de woelige regio in het westen van Soedan.

Misdaden tegen de menselijkheid

Als de berichten over wat er zich afspeelde in Zuid-Kordofan bevestigd worden, is er sprake van oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid, concluderen de auteurs van een rapport van het Bureau van de  Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR) en de voormalige VN-missie in Soedan (Unmis) dat maandag werd gepubliceerd.

Het rapport behandelt een lange reeks incidenten in Kadugli, de hoofdstad van Zuid-Kordofan, en in de nabijgelegen Nuba-bergen. Die kwamen er nadat het Soedanese leger op 5 juni slaags was geraakt met plaatselijke eenheden van het SPLA, het rebellenleger van Zuid-Soedan dat het van 1983 tot 2005 opnam tegen het regime in Khartoem. Zuid-Soedan is intussen onafhankelijk geworden, maar het olierijke Zuid-Kordofan maakt verder deel uit van het oude Soedan. De regering in Khartoem heeft gezworen dat ze niet zal rusten vooraleer de SPLA-N, de plaatselijke eenheden van de voormalige Zuid-Soedanese rebellen, helemaal uit Zuid-Kordofan zijn verdreven.

Massale verdrijvingen

Daarbij ontziet het Soedanese leger blijkbaar ook de burgers in de streek niet. In het rapport is er sprake van “aanvallen op burgers, plunderingen, massale verdrijvingen, standrechtelijke executies en willekeurige aanhoudingen.” Het rapport gaat alleen over juni, maar veel wijst erop dat er nog altijd burgers in de tang worden genomen. Eind juni ondertekenden de Soedanese regering, het SPLA-N en de SPLM, de politieke partij die nu Zuid-Soedan bestuurt, een intentieverklaring om naar een onderhandelde oplossing te zoeken, maar op 1 juli verklaarde de Soedanese president Omar al-Bashir dat de “zuivering” van de Nuba-bergen zou verder gaan.

Woensdag verspreidde het Amerikaanse Satellite Sentinel Project beelden van lijken die in op een heuvel in Kadugli lagen opgestapeld. Matt Chancey, de directeur van de Amerikaanse hulporganisatie Persecution Project Foundation, zegt dat de gevechten tot een humanitaire crisis hebben geleid in de streek. Het conflict heeft al honderdduizenden mensen op de vlucht gedreven. Chancey verwacht nog grotere problemen omdat plaatselijke boeren hun velden niet zullen kunnen bewerken tijdens het regenseizoen dat eraan komt, en omdat Khartoem geen hulporganisaties toelaat in de streek.

“Kwaadwillig rapport”

De Soedanese regering noemt het VN-rapport over Zuid-Kordofan “kwaadwillig” en “ongegrond”. Minister van Justitie Mohamed Bushara Dosa heeft een speciale commissie aangekondigd die de mensenrechtensituatie in de streek moet onderzoeken.

“De genocide in Zuid-Kordofan zal alleen ophouden als er gecoördineerde en robuuste internationale druk wordt uitgeoefend op het regime in Khartoem, zegt  Eric Reeves, een Amerikaanse Soedankenner. “Het vechten zal doorgaan zolang Soedan denkt dat het zijn doelen met militaire middelen kan bereiken. Ik geloof dat Khartoem de Nuba-volken van de kaart wil vegen.”