Politici beschuldigen academici van stille steun aan terroristen

‘Islamogauchisme is geen wetenschappelijke realiteit, het is een manier om verder te polariseren’

© Pool via Reuters

De Franse premier Castex en minister Blanquer in de klas, bij een herdenking op de moord op leraar Samuel Paty. ‘Het was de regering die deze walgelijke en traumatiserende moord als politiek instrument heeft gebruikt.’

Een nationale rel in Frankrijk onlangs: de minister van Hoger Onderwijs beschuldigde universiteiten op tv van ‘islamogauchisme’. Niet alleen extremistische moslims zijn dus “interne vijanden” van de natie, maar zogenaamd ook de academici die werk verrichten rond dekolonisatie, institutioneel racisme en intersectionaliteit. Eén ding is duidelijk: de moord op leerkracht Samuel Paty eind vorig jaar heeft de polarisatie rond de islam verder gevoed.

Nog niet zo lang geleden was ‘islamogauchisme’ enkel een scheldwoord van extreemrechts voor linkse activisten, vanwege de standpunten van die laatsten tegen de uitsluiting of stigmatisering van moslims. Maar de voorbije paar maanden is de term ook gangbaar geworden bij leden van de regering-Castex.

Kop van Jut bij het gebruik van de term islamogauchisme, soms ook vertaald als islamolinksisme, zijn academici uit de sociale en humane wetenschappen. ‘Het islamogauchisme is verderfelijk voor de Franse maatschappij en de universiteiten zijn daar ook niet ongevoelig voor’, zei minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek Frédérique Vidal op 14 februari op de Franse tv-zender CNews.

Een paar dagen later verklaarde ze in het parlement een onderzoek te willen laten uitvoeren om binnen de universiteiten ‘het wetenschappelijke’ van het ‘activistische’ te kunnen onderscheiden. De academische wereld steigerde. De minister wilde het CNRS, het nationaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek, met het onderzoek belasten. Maar het centrum zag de uitspraak van de minister als een regelrechte aanval op de academische vrijheid.

‘Geen wetenschappelijke realiteit’

Het CNRS repliceerde een week na de uitspraak met een feitelijke studie over de contexten waarin de term islamogauchisme werd gebruikt de voorbije vijf jaar. Het toonde aan, op basis van onder andere een kwalitatief onderzoek van miljoenen tweets, dat de term geen enkele wetenschappelijke realiteit weergeeft.

‘Het gaat dus om een term die gebruikt wordt om een bepaalde sociale groep uit te sluiten of te denigreren, en die het publiek tegelijk een beeld geeft dat angst en onzekerheid opwekt, dat wordt geassocieerd met dreigend gevaar’, schrijft David Chavalarias, onderzoeksdirecteur van het CNRS, over de studie.

‘Het gebruik van de term heeft als doel om de publieke opinie verder te polariseren, rond twee kampen die onverenigbaar worden verklaard en waartussen men zou moeten kiezen. Aan de ene kant de verdedigers van het recht en van de republikeinse waarden, en aan de andere kant de verraders van de Franse waarden en bondgenoten van een bloeddorstige vijand.’

Flickr / Ecole polytechnique (CC BY-SA 2.0)

De Franse minister van Hoger Onderwijs Frédérique Vidal in 2019. Onlangs beschuldigde ze de Franse universiteiten op tv van ‘islamogauchisme’.

Terwijl het gebruik van het woord ‘islamogauchisme’ vrij marginaal was, gaf minister Vidal de term een ongekende zichtbaarheid door hem te gebruiken, voegt de studie van het CNRS eraan toe. ‘In Frankrijk had alt-right (rechts-extremistische beweging, red.) zich niets beters kunnen dromen dan de recente interventie van de minister om islamogauchisme in de hoofden te doen doordringen.’

Minister Vidal was niet het eerste regeringslid dat het woord gebruikte. Andere leden van de regering-Castex waren haar voor. Minister van Onderwijs Jean-Michel Blanquer zei in oktober 2020, na de moord op leraar Samuel Paty, dat het islamogauchisme ‘een ravage aanricht’ op de universiteit, bij de UNEF (studentenvakbond, red.) en in de rangen van La France insoumise, de radicaal linkse partij van Jean-Luc Mélenchon die nu in de oppositie zit.

En vóór hem sprak minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin over islamogauchisme in de Assemblée Nationale, de Franse Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij beschuldigde er La France insoumise van banden te hebben met ‘het islamogauchisme dat de republiek vernietigt’.

Radicalisering moraliseren

De aantijgingen van minister Fréderique Vidal zorgden voor veel ophef en kregen ruime aandacht in de media, maar helemaal nieuw is de polemiek niet. ‘Deze discussie ligt in het verlengstuk van de moeilijke relatie die Frankrijk heeft met thema’s als religie, securalisme en islam’, zegt Sonia Languille, teamverantwoordelijke voor het onderwijsprogramma bij Open Society Foundations, (een internationale filantropische organisatie, een privé-denktank opgericht door Georges Soros) die zich ook boog over de polemiek.

‘Er zijn in Frankrijk intellectuelen die denken dat je onmogelijk kritiek kan geven op de politieke islam en tegelijk discriminatie van moslims kan veroordelen. Zij beschouwen elke poging om de discriminatie van moslims in Frankrijk aan de kaak te stellen als een vrijbrief voor de radicale islam en een rechtvaardiging van terroristische aanslagen. En om die reden verwerpen ze het concept “islamofobie”’, zegt de onderzoekster.

Daarnaast is er de opkomst van wat Sonia Languille het anti-intellectualisme noemt: een beweging die voornamelijk gericht is tegen sociale en humane wetenschappen. ‘Elke poging om de radicale islam of terrorisme uit te leggen, elke poging om racisme te linken aan de koloniale geschiedenis van Frankrijk, wordt gelijkgesteld aan het vergoelijken van terroristische aanslagen.’

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
‘En ook dat is niet nieuw’, zegt Languille. ‘Al in 2015 zei eerste minister Manuel Valls dat het islamisme proberen te verklaren hetzelfde was als het vrijpleiten.’

Sonia Languille zit op dezelfde lijn als het Franse onderzoekscentrum CNRS. Ze vindt de term ‘islamogauchisme’ een manier om een wetenschappelijk project in diskrediet te brengen dat probeert het verband tussen de socio-economische ongelijkheid en de culturele dominantie aan het licht te brengen.

Ook Nadia Fadil, antropologe aan de KU Leuven en deskundige op het gebied van radicalisering en migratie, stelt een evolutie vast in het gebruik van ‘islamogauchisme’. ‘Die term is geëvolueerd van een verwijzing naar allianties in het politieke veld tussen linkse activisten en islamisten, omdat ze pakweg tegen het verbod op de hoofddoek zijn, naar islamogauchisme als intellectuele alliantie, waarbij onderzoekers in postkoloniale en feministische studies een bondgenootschap met de islamisten wordt verweten.’

Deze evolutie heeft te maken met het feit dat thema’s als dekolonisatie en feministische studies ingeburgerd beginnen te raken, zegt Fadil. (lees verder onder het kader)

Dekolonisatie, intersectionaliteit, institutioneel racisme: waarover gaat het?


Maar het heeft ook te maken met de manier waarop men in Frankrijk naar radicalisering kijkt, zegt Fadil. ‘Het hele discours over radicalisering wordt in morele termen gevoerd. Radicalisering zou niets te maken hebben met gebeurtenissen die iemand in zijn leven meegemaakt heeft, maar is het resultaat van beïnvloeding door fundamentalisten en extremisten.’

Ook terrorisme wordt met een morele bril bekeken, zegt de antropologe. ‘Intellectuelen die terrorisme kaderen in de geopolitiek, krijgen het verwijt dat ze ideologische denkkaders aanreiken aan de terroristen en hen intellectueel bewapenen.’

De oorlog tegen terrorisme

‘Frankrijk zit in een soort rivaliteit met de Verenigde Staten over het leiderschap in de oorlog tegen terrorisme, maar dat is totaal onzichtbaar.’

Onderzoekster Nadia Fadil beseft wel dat het niet altijd evident is om bij elke aanslag de link met de geopolitieke gebeurtenissen aan te tonen. De link met de aanslag op de Bataclan in Parijs met de oorlog in Syrië is duidelijk, gezien Frankrijk toen militair actief was in Syrië, maar dat is veel minder het geval bij bijvoorbeeld de moord op leerkracht Samuel Paty.

‘Op die aanslagen volgt een bepaald klimaat, en in Frankrijk wordt nu een soort klimaat onderhouden waarbij specifieke gemeenschappen voortdurend geviseerd worden. Het is wel duidelijk dat dat niet alleen niet helpt, maar dat het ervoor kan zorgen dat geïsoleerde daders toeslaan’, zegt Nadia Fadil.

Bij de analyse van terrorisme moet er volgens de onderzoekster rekening gehouden worden met twee niveaus. Aan de ene kant is er het geopolitieke niveau en de correlatie tussen aanslagen en de oorlog tegen terrorisme. En langs de andere kant zijn er het lokale niveau, de hele polarisering en het opbod van veiligheids- en bewakingsmaatregelen die tot geweld kunnen leiden.

‘We mogen ook niet vergeten dat Frankrijk een heel abstract republikeins universalisme belijdt, en ook heel gemilitariseerd is. Frankrijk is de aanvoerder van verschillende militaire operaties in West-Afrika en in de Sahel-landen.’

‘Frankrijk zit in een soort rivaliteit met de Verenigde Staten over het leiderschap in de oorlog tegen terrorisme’, vervolgt Fadil. ‘Maar dat aspect is totaal onzichtbaar in de publieke ruimte, tenzij op momenten dat de eigen soldaten geëerd worden. Frankrijk is ook een land waar de militaire infrastructuur een belangrijke deel van de economie vormt.’

‘Natuurlijk kan je al die complexiteit niet in een paar zinnen uitleggen’, zegt de onderzoekster. Het is een van de factoren waardoor ze zelf eind vorig jaar in een Twitter-rel terecht kwam. In een tweet had ze haar afschuw uitgedrukt over de moord op Samuel Paty, en tegelijkertijd de wens geuit dat de nachtmerrie zou ophouden en gesteld dat depolariseren nodig is bij alle partijen, ook bij de Franse overheid. Daarop volgden kritische reacties, maar ook ronduit haatdragende.

De universiteit als plek van macht

Niet alleen politici staan kritisch tegenover bepaalde studiegebieden binnen de sociale wetenschappen. Ook sommige academici laten zich kritisch uit over deze academische disciplines en beschuldigen onderzoekers van activisme.

Zo is er een groep fervente tegenstanders van de dekoloniale en intersectionele benadering die een Observatoire du décolonialisme oprichtte, een soort waarnemingscentrum van dekolonialisme, omdat ze van mening zijn dat zulke studies ertoe leiden dat mensen zich verschuilen achter een bepaalde identiteit.
‘Op zich is de academische discussie niet nieuw’, zegt Sonia Languille. ‘Koloniale studies en genderstudies werden kritisch onthaald binnen de universiteit zelf. Hun wetenschappelijkheid wordt door sommigen in vraag gesteld.’

‘Dat heeft te maken met de structuur van de Franse universiteit zelf, maar ook met de manier waarop kennis gereproduceerd en gelegitimeerd wordt aan de universiteit’, verduidelijkt Languille.

‘De Franse universiteit is heel gestructureerd rond duidelijk gescheiden disciplines. Koloniale studies, genderstudies en studies over institutioneel racisme vinden over het algemeen hun oorsprong in de Verenigde Staten, waar de interdisciplinaire benadering legitiemer is. In Frankrijk hebben deze wetenschappen zich verder ontwikkeld in de marge van de strakke structuren van de universiteit. Daardoor zijn ze in een ondergeschikte positie komen te staan. Deze disciplines hebben met andere woorden nog een weg af te leggen vooraleer ze door iedereen binnen de Franse universiteit als volwaardige wetenschappelijke disciplines erkend worden.’

Maar het is natuurlijk geen kwestie van wetenschappelijke legitimiteit alleen. ‘De universiteit is ook een machtsveld en het terrein van een machtsstrijd’, merkt Languille op. ‘Zeker wanneer er steeds minder middelen beschikbaar zijn. Een wetenschappelijk studiegebied legitimeren is het toegang geven tot banen en tot financiering.’

‘Opvallend is dat sommige universiteiten die de wetenschappelijke legitimiteit van deze studievelden in twijfel trokken, deze nu verdedigen, in naam van de academische vrijheid. Daarom moeten we een onderscheid maken tussen het academische debat en het politieke. Wat de minister van Hoger Onderwijs doet, staat een sereen debat in de weg’, zegt Languille.

‘Er is bovendien een discrepantie tussen het discours van de politici en de realiteit. De politici beweren dat onderzoekers in deze sociale wetenschappen een grote invloed hebben en dat ze de universitaire wereld kannibaliseren. Maar de ruimte die deze onderzoekers effectief innemen aan Franse universiteiten, is veel kleiner. Het gaat om een kleine groep.’

Het probleem van links in Frankrijk

De politieke strijd in aanloop naar de komende verkiezingen kondigt zich aan als heftig. In juni zijn er regionale en departementale verkiezingen in Frankrijk, en volgend jaar verkiezen de Fransen een nieuwe president en parlement.

De polariserende uitspraken van leden binnen de regering zouden wijzen op een grote zenuwachtigheid en angst, zo valt in Franse commentaren te lezen. Politici doen pogingen om extreemrechts vóór te zijn bij de verkiezingen in 2022.

‘Het was de regering die de walgelijke en traumatiserende moord op Samuel Paty als politiek instrument heeft gebruikt.’

Er zijn de uitspraken over het islamogauchisme. Er is het nieuwe wetsvoorstel tegen separatisme, dat bedoeld is om ‘de radicale islam te bestrijden’ en dat sinds 30 maart voor discussie voorligt in de Senaat. En er zijn maatregelen zoals de ontbinding van het Collectief tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF), dat nu noodgedwongen vanuit Brussel opereert.

‘Terroristische aanslagen zijn walgelijk, en de moord op Samuel Paty is ook een aanval op de academische vrijheid’, benadrukt Languille. ‘Maar het was de regering die deze walgelijke en traumatiserende moord als politiek instrument heeft gebruikt. Het is de regering die de islam politiseert om ideologische redenen, terwijl de grote meerderheid van de moslims zijn religie privé beleeft.’

En toch situeert het probleem zich eerder bij het linkse politieke spectrum dan bij een verrechtsing van de regering, vindt Languille. ‘Er is een fundamentele beweging in Frankrijk die heel zorgwekkend is. Dat weerkaatst zich in een echte reactionaire beweging bij de intellectuele elite en bij de media-elite.’

Ook de mondiale context van opmars van autoritaire regimes speelt mee. ‘Die opmars doet zich ook voor binnen liberale democratieën zoals Frankrijk’, zegt Sonia Languille.

En de universiteit is een van de gebieden waar dat autoritarisme zich vertaalt. ‘Frankrijk staat hoog aangeschreven op het vlak van academische vrijheid, maar er bestaat een reëel project om de universiteit als ruimte voor kritiek te dwarsbomen. Men wil in feite academici hinderen in hun rol van kritische stem en hun bewegingsruimte verkleinen, door intellectuelen te stigmatiseren en termen zoals islamogauchisme te gebruiken’, zegt Sonia Languille.

‘Welke relatie heeft Frankrijk met haar koloniaal verleden? Hoe zit het met de sociale hiërarchie binnen de samenleving en de kwestie van ongelijkheid? En wat is de plaats van de islam? Die kwesties zijn waar de politieke toekomst van Frankrijk zich afspeelt. En dit zowel op korte termijn, dat wil zeggen de komende verkiezingen, als op lange termijn.’

Links is in Frankrijk verdeeld in haar relatie tot de islam, stelt Languille vast. ‘En dat heeft te maken met dat republikeinse universalisme, en ook met een zekere interpretatie van secularisme waar een deel van de progressieven heel erg aan gehecht is.

Een deel van de linkse krachten vindt het onmogelijk om de traditie van een abstract, imaginair republikeins universalisme in te wisselen voor een republikeins universalisme dat rekening zou houden met onderlinge verschillen, verduidelijkt Languille. ‘Het is op dit punt dat links faalt in Frankrijk. En dat benut de tegenpartij, rechts, heel goed. Dat kamp weet dat het zal blijven winnen door de verdeeldheid binnen de progressieve krachten te onderhouden.’

Ik ben proMO*

 

Steun ons unieke non-profit mediaproject en word proMO*.

Je ontvangt ons magazine en geniet van een pak andere voordelen

Je maakt MO* mee mogelijk en steunt ons in onze missie.

Voor € 4,60/maand of € 60/jaar.

Ik word proMO*

Sereniteit

De huidige polemiek is geen probleem van academische vrijheid alleen, benadrukt de Belgische onderzoekster Nadia Fadil. Het maakt deel uit van een groter probleem waar moslims al jaren onder gebukt gaan. ‘Islamitische organisaties worden al lang geviseerd. Moslims die als goede burgers willen leven worden ervan beschuldigd tot de Moslimbroeders te behoren of terrorisme te ondersteunen. Meisjes met een hoofddoek worden ervan beschuldigd de radicale islam uit te dragen.’

‘Daarnaast is er een heel proces gaan om radicalisering aan te pakken, waarbij salafisme en andere denkkaders gezien worden als bron van het kwaad.’

Is er dan geen probleem van extremisme binnen de islam? De vraag die we moeten stellen, volgens Fadil, is of religieuze orthodoxie een probleem is voor een liberale democratie en voor moslims. ‘En mijn antwoord is dat religieuze orthodoxie inderdaad een uitdaging vormt voor een liberaal democratisch denken, en omgekeerd. Maar dat is net de kern van een democratie: met die tegenstellingen kunnen omgaan en ze een plaats kunnen geven.’

‘Dat is zo met de islam, dat is zo met katholicisme, dat is zo met het judaïsme en andere godsdiensten. Maar dit is een vraag die vooral moslims zich moeten stellen. De islam is divers en pluralistisch. Welke islam wil men beleven? Welke richting wil men uitgaan? Krijgt de liberale islam genoeg bestaansruimte in vergelijking met de orthodoxe varianten? Hoe verhouden ze zich tot elkaar? Het is een heel legitiem debat dat moslims moeten kunnen voeren.’

‘Het probleem is dat zulke debatten in het huidige kader niet met de nodige sereniteit gevoerd kunnen worden’, vindt Fadil. ‘Mensen worden tegen elkaar uitgespeeld. Liberale moslims worden ingelijfd in een veiligheidsdiscours, ze worden gezien als de linkerarm van de staat bij het deradicaliseren van extremistische moslims. Orthodoxie wordt gezien als verzetstheologie tegen de staat.’

‘Moslims zijn uiteindelijk de grootste slachtoffers van terrorisme’, stelt Fadil vast. ‘Niet alleen letterlijk, omdat de meeste slachtoffers van IS moslims zijn, maar ook in het publieke debat. Door het gebrek aan ademruimte kunnen ze niet op een complexe manier experimenteren zonder dat ze gecategoriseerd worden.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.