Mediaplatform ZAM brengt groeiend verzet in 5 Afrikaanse landen in kaart

Afrikaanse jongeren dulden westerse steun aan repressieve regimes niet langer

© Sindiso Nyoni, 2023

Afrikaanse jongeren hebben genoeg van het gebrek aan vrijheid en ontwikkeling. Ze eisen verandering en roepen ook het Westen op om corrupte regimes niet langer zonder kritiek te financieren. ZAM, een mediaplatform dat zich richt op Afrika, bracht het groeiende verzet in 5 Afrikaanse landen in kaart. ‘Onze rapporten over staatscorruptie hebben internationale donoren met stilzwijgen beantwoord.’

Dit transnationaal onderzoek werd gevoerd door Ngina Kirori, Emmanuel Mutaizibwa, Chief Bisong Etahoben, Elizabeth BanyiTabi, Theophilus Abbah en Brezh Malaba. Evelien Groenink coördineerde het onderzoek, redigeerde de tekst en vertaalde naar het Nederlands.

‘Jouw man heeft dit gedaan!’ roept een vrouw tijdens een dorpsbijeenkomst in Nakuru County, Kenia. Lokale journalisten filmen haar wijzend naar een andere vrouw, een aanhangster van een machtige politicus die bekendstaat om zijn associaties met gangsters.

In de aanloop naar de Keniaanse verkiezingen van augustus 2022 zijn in dit gebied vijf vrouwen verkracht en vermoord. Hun lichamen werden in brand gestoken. De Keniaanse documentaire Ganglands, waarvoor deze bijeenkomst gefilmd werd, laat dorpelingen aan het woord die er niet aan twijfelen: dit is een intimidatiecampagne.

De intimidaties hebben de bedoeling om ‘het publiek te dwingen op specifieke kandidaten te stemmen of hun huis niet helemaal te verlaten (om te gaan stemmen)’, zoals een voormalig bendelid het in de documentaire verwoordt.

Gewelddadige verkiezingsintimidaties zijn al jaren schering en inslag in Kenia, waar een politiek ambt toegang betekent tot een heersende elite en daarmee tot aanzienlijke rijkdom en macht. Ambitieuze politici die hierop hun zinnen hebben gezet, moeten op de een of andere manier hun stemmen zien te krijgen. Geweld tegen oppositie en onafhankelijke kiezers is daarbij een geijkt instrument.

Maar in 2022 lijkt de schriktactiek minder succesvol te zijn geweest dan voorheen. Hoewel ook nu weer een partij van het establishment het presidentschap won, werd ook een recordaantal onafhankelijke kandidaten gekozen. Onder hen ook een nieuwkomer uit Nakuru County, die tegen de zin van de gangster-politici in werd gekozen door burgers die schoon genoeg hadden van hun terreur.

Groeiend protest

Het verzet tegen autocratische leiders, de partijen die ze leiden en hun onderdrukkingsarsenaal, groeit ook elders in Afrika. Uit nieuw onderzoek van ZAM, dat behalve in Kenia ook gedaan werd in Oeganda, Kameroen, Nigeria en Zimbabwe, blijkt dat in elk van deze landen een overwegend jonge, verstedelijkte en bewuste bevolking genoeg heeft van het gebrek aan ontwikkeling en vrijheid.

Deze jongeren hekelen ook de patronagesystemen die alleen een politieke elite ten goede komen en eisen ook steeds vaker dat buitenlandse ontwikkelingspartners van haar regeringen kritischer kijken naar wie en wat ze eigenlijk steunen.

In Kameroen bijvoorbeeld, waar een kleine kliek rond de 89-jarige dictator Paul Biya honderden miljoenen dollars aan COVID-19-hulpgeld naar haar eigen zakken sluisde, verzochten organisaties in het maatschappelijke middenveld het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geen nieuwe leningen meer te verstrekken totdat aan het licht zou komen wat er met de vorige was gebeurd.

Het IMF bleef doof voor de demonstranten en verstrekte Kameroen opnieuw een lening.

Zulke internationale solidariteit, vertelden activisten aan de onderzoekers, is hard nodig omdat de eisen voor verantwoording door burgers zelf meestal met hard optreden door politie en leger wordt beantwoord.

Voorts worden niet alleen uitgesproken critici onderworpen aan massa-arrestaties, ontvoeringen en martelingen, maar worden ook overheidsfunctionarissen die hun budgetten tegen corruptie proberen te beschermen afgestraft. Het team van ZAM in Kameroen sprak met twee artsen die COVID-19-fondsen monitorden op het ministerie van Gezondheid, maar die uit hun functies werden ontheven omdat ze ‘hun neus staken waar die niet thuishoort’.

Een van de dokters, Albert Ze, kreeg te maken met bedreigingen en inbraken. Uiteindelijk werd hij overgeplaatst naar een kantoor in een conflictgebied waar separatistische rebellen geregeld staatsambtenaren aanvallen.

Ondanks dat hij nu — voor hun veiligheid — gedwongen gescheiden leeft van zijn vrouw en kinderen, blijft ‘Dr. Ze’ zijn Twitter-account gebruiken om verantwoording af te dwingen van de leiders van Kameroen. Dat is meer dan kan worden gezegd van het IMF. Dat bleef doof voor de demonstranten en verstrekte Kameroen opnieuw een lening.

De eis van meer internationale druk op repressieve regimes komt ook uit Nigeria, waar onlangs anti-corruptieactivist Olarenwu Suraj en zijn vrouw zwaar werden mishandeld tijdens een gewapende inbraak in hun huis. Dat het geen gewone inbraak betrof viel af te leiden uit de cryptische mededeling van de aanvallers dat zij ‘volgens instructie handelden’.

Ook andere activisten zijn recentelijk in Nigeria aangevallen door zware jongens in burgerkleding, waarbij in elk geval geruchten, vaak afkomstig uit kringen van de geheime dienst SSS, de ronde deden dat deze laatste hun opdrachtgever was. Ook Suraj drukte de onderzoekers op het hart dat ‘de internationale gemeenschap meer zou moeten doen om (regimes) met een slechte staat van dienst op het gebied van de mensenrechten te excommuniceren uit internationale structuren.’

Zimbabwe heeft ondertussen alleen al in 2022 in het hele land bijna 2000 gevallen van intimidatie en mishandeling geregistreerd door groepen aanhangers van de regeringspartij ZANU PF. Ook daar doen oppositie en maatschappelijk middenveld steeds luider een beroep op de internationale gemeenschap voor steun, terwijl de staat blijft proberen – onder andere door een nieuwe ‘patriottismewet’ – deze organisaties dwars te zitten.

‘Ik heb journalisten gesproken, jongeren, die bang zijn om over corruptie te schrijven omdat je dan lastiggevallen kunt worden, of je camera kan worden afgenomen. Het zou goed zijn als iemand zou zeggen: Nee, dit is verkeerd, we geven die journalist een nieuwe camera. […] Gewoon om in te grijpen wanneer ze schade lijden of hun grondwettelijke rechten niet worden gerespecteerd’, citeren de onderzoekers journalist Hopewell Chin’ono.

Cybercriminaliteit

Het arsenaal aan onderdrukkende wetten om uitgesproken critici in Zimbabwe gevangen te zetten omvat nu alles van ‘openbare opruiing’ en ‘vredesverstoring’ tot ‘het communiceren van valse verklaringen’, ‘ondermijnen of beledigen van de president’ en een wetsvoorstel voor ‘cybercriminaliteit’ dat digitale toezicht op internetgebruikers en mogelijke aanklachten tegen hen mogelijk maakt.

Dergelijke cybercriminaliteitwetten namen de afgelopen tien jaar in alle vijf de onderzochte landen toe, mogelijk als reactie op een steeds groter wordende onlinebevolking die haar informatie, haar stem en haar gemeenschap vindt op het internet.

Er is goede reden om te vrezen dat de weinige overheidsdiensten die het Oegandese publiek nu bereiken als eerste zullen verdwijnen als donoren zich terugtrekken.

Deze ontwikkeling heeft het wereldwijde web tot een geheel nieuw terrein van strijd gemaakt. Nigeria en Oeganda hebben samen met andere Afrikaanse landen, waaronder Mozambique en Senegal, het internet enkele malen volledig afgesloten om protesten de kop in te drukken.

Alle vijf de landen in dit onderzoek hebben ook digitale surveillancetechnologie aangeschaft die het mogelijk maakt om smartphones en laptops te monitoren. In alle gevallen werd de ‘snuffelsoftware’ gekocht van Israëlische bedrijven.

Tegelijkertijd worden in Nigeria journalisten geconfronteerd met mogelijke beschuldigingen van ‘cyberstalking’ als ze online onderzoek doen naar machtige politici en hun zakenrelaties.

Gefrustreerd door de gewelddadige respons op protesten in eigen land richten activisten in alle vijf de onderzochte landen hun oproepen steeds meer aan internationale organisaties zoals het IMF, de Verenigde Naties en (westerse) ontwikkelingspartners.

‘Stop onze onderdrukkers te betalen’, is de strijdkreet van Bobi Wine. De Oegandese oppositieleider en muzikant werd onlangs door honderden toehoorders toegejuicht tijdens de vertoning van een documentaire over zijn leven en protestsongs in het theater Carré in Amsterdam.

Het is erg simpele slogan, zoals zovelen dat zijn. Er is goede reden om te vrezen dat de weinige overheidsdiensten die het Oegandese publiek nu bereiken — zoals minimale gezondheidszorg en al even schamel onderwijs — als eerste zullen verdwijnen als donoren zich terugtrekken. En dat terwijl kleptocratische heersers en hun families, met hun geld opgeborgen in veilige havens, de gevolgen van toegenomen financiële krapte waarschijnlijk niet zullen voelen.

De Oegandese oppositie heeft de slogan dan ook intussen omgevormd tot een eis om alle hulp, behalve de humanitaire, stop te zetten. Activisten in alle vijf de landen vragen hun westerse ontwikkelingspartners ook om goed te kijken naar wat hun geld werkelijk doet en wie het steunt.

Lucratieve contracten

In Kenia maken velen in het maatschappelijke middenveld zich intussen zorgen dat de westerse honger naar lucratieve infrastructuurcontracten ertoe kan leiden dat donorlanden juist op hun subsidies aan maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor democratie en goed bestuur zullen bekrimpen.

‘De prioriteiten (bij donoren) lijken te zijn veranderd’, zegt de leider van een ngo die anoniem wilde blijven. ‘Verschillende rapporten die we hebben opgesteld over staatscorruptie zijn met stilzwijgen beantwoord. We merken dat er van de kant van donoren steeds minder daadkracht en financiering komt.’

Mensenrechtenverdediger Nicholas Opiyo en vier collega’s werden gearresteerd op grond van ‘witwassen’.

Op de vraag waarom hij denkt dat dit zo is, antwoordt hij dat westerse partnerlanden ‘zich meer zorgen maken over zakendoen met de Keniaanse overheid’. Vooral ‘wat betreft contracten die anders naar China en het Oosten in het algemeen zouden gaan.’

Donorsteun aan grassrootsorganisaties is tevens in gevaar vanwege een reeks nieuwe witwaswetten die onlangs in het hele continent zijn aangenomen, ook in de vijf landen waarop dit onderzoek betrekking heeft.

Deze wetten, aangemoedigd door de Financial Action Task Force van de G20, zijn bedoeld om de stroom van fondsen die in het verleden mogelijk hun weg naar terroristische organisaties hadden gevonden, een halt toe te roepen.

Verschillende Afrikaanse regeringen hebben echter ontdekt dat diezelfde wetten opmerkelijk geschikt zijn om te voorkomen dat buitenlandse financiële steun lokale ngo’s bereikt. Zo werd in 2021 in Oeganda advocaat en mensenrechtenverdediger Nicholas Opiyo samen met vier van zijn collega’s gearresteerd op grond van ‘witwassen’, nadat zijn organisatie Chapter Four geld had ontvangen uit het buitenland.

In Zimbabwe gaf ZANU PF-voorlichtingssecretaris Christopher Mutsvangwa onlangs toe dat het werkelijke doel van de door zijn regerende partij voorgestelde nieuwe wet op maatschappelijke organisaties was om ‘de soevereiniteit van Zimbabwe te beschermen tegen ngo’s die vooroplopen bij subversieve activiteiten’.

Uittocht van bekwame professionals

De repressie eist niet alleen haar tol van activisten, maar ook van jonge mensen in het algemeen, die door patronagesystemen en zieltogende economieën van de arbeidsmarkt worden uitgesloten. Dat leidt ertoe dat veel mensen uit Afrikaanse landen emigreren op zoek naar vrijheid, werk en veiligheid.

‘Je kunt het je niet veroorloven om 11 maanden in de gevangenis door te brengen zonder inkomen als je je gezin moet onderhouden.’

In Oeganda ging de auteur Kakwenza Rukirabashaija, bekend van zijn boeken Banana Republic en The Greedy Barbarian, in ballingschap nadat hij in 2020 gearresteerd en zwaar gemarteld werd. In een tweet had hij de spot gedreven met de zoon en gezalfde opvolger van president Museveni, generaal Muhoozi Kainerugaba.

Rukirabashaija nam zijn intrek in Duitsland, waar hij zich voegde bij de prominente Oegandese academica en dichteres Stella Nyanzi. Die was ook vertrokken nadat ze een tijdje in de gevangenis had doorgebracht wegens ‘belediging van de president’.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
‘Misschien is het het gewoon niet waard’, zegt de Zimbabwaanse mensenrechtenactivist Makomborero Haruzivishe, die 11 maanden zonder borgtocht in voorlopige hechtenis zat wegens fluiten tijdens een politierazzia van straatverkopers bij een busstation in de hoofdstad Harare.

Volgens de politie, die hem op 17 februari 2021 arresteerde, was het fluiten bedoeld om de verkopers ‘aan te zetten’ tot ‘openbaar geweld plegen en zich verzetten tegen arrestatie’.

Het effect van de gevangenisstraf was ingrijpend voor Haruzivishe. ‘Je kunt het je niet veroorloven om 11 maanden in de gevangenis door te brengen zonder inkomen als je je gezin moet onderhouden. Ik wilde nooit emigreren. Maar misschien moet ik wel.’ Maanden na ons interview kregen we het bericht dat Haruzivishe Zimbabwe had verlaten.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd door ZAM. Vertaald en bewerkt door Evelien Groenink/ZAM.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.